Koninklijke Bibliotheek archiveert
deze website als "Digitaal Erfgoed"

De Hoge Bank van Driel | De 100 laatst geplaatst of gewijzigd

Overzicht van 100 actes. (Veel teksten moeten nog nagezien worden.)

11-05-1558. Schepenen: Jan Jansz en Jan Geritsz
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-1-2022.
Marge: Hagestauts erffen
Wij Jan Jansz ende Jan Geritsz schepen in Drijell tuijgen dat wij gevisiteert gesien ende overlesen hebben eenen schepenen schadeloos brijeff van Drijell staende gesigneert opten signaet vsz. bij zalige Ghijsbert Hacken secretarius der tijt was insererende ende inhaldende van woerde tot woerde gelijck volgentz hier nabescr. steet
Marcelis ende Baeken qd Aert Wouter Egensz promisit Gosen Hagestaudt perpetue indempnem servare die twee roeden dijckx int Scgreefgat? inter Egen Egensz beneden ende Aert Wouter Egensz alio Datum crastino Crucis anno vierhondert ende vijff ende vijftich.
In oirconde onser letteren gegeven inden jaere ons heeren duijsent vijffhondert ende acht ende vijftich opten elften dach der maent meije.
Is desen brijeff bij mijn onderscr. secret. gecopieert vuijt eenen schepenen vidimus brijef van Drijell in pargamenden ges. bijden gesworen secretaris inder tijt was tot Drijell hebbende twee vuijthangende pargamene steyrtten daer mit den iersten bezegelt ende den tweeden ongesegelt ende dat ten versoecke ende begherens van Aernt Schoock tot Boemel. Actum 27 octob. 95
met handtekening van E. Dircksz s. in Drijel
Toelichting: dit is afschrift van 27-10-1595 van een vidimus van 1558 van een akte van 1455.
Gijsbert Hack is de secretaris in 1455.
Marcelis en Baeken zijn de schepenen in 1455.
Jan Jansz en Jan Geritsz zijn de schepenen in 1558.

Bron: ORA Driel, inv. 969, folio 121.
Bron: Overigen
04-05-1455. Schepenen: Marcelis en Baeken
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-1-2022.
Marge: Hagestauts erffen
Wij Jan Jansz ende Jan Geritsz schepen in Drijell tuijgen dat wij gevisiteert gesien ende overlesen hebben eenen schepenen schadeloos brijeff van Drijell staende gesigneert opten signaet vsz. bij zalige Ghijsbert Hacken secretarius der tijt was insererende ende inhaldende van woerde tot woerde gelijck volgentz hier nabescr. steet
Marcelis ende Baeken qd Aert Wouter Egensz promisit Gosen Hagestaudt perpetue indempnem servare die twee roeden dijckx int Scgreefgat? inter Egen Egensz beneden ende Aert Wouter Egensz alio Datum crastino Crucis anno vierhondert ende vijff ende vijftich.
In oirconde onser letteren gegeven inden jaere ons heeren duijsent vijffhondert ende acht ende vijftich opten elften dach der maent meije.
Is desen brijeff bij mijn onderscr. secret. gecopieert vuijt eenen schepenen vidimus brijef van Drijell in pargamenden ges. bijden gesworen secretaris inder tijt was tot Drijell hebbende twee vuijthangende pargamene steyrtten daer mit den iersten bezegelt ende den tweeden ongesegelt ende dat ten versoecke ende begherens van Aernt Schoock tot Boemel. Actum 27 octob. 95
met handtekening van E. Dircksz s. in Drijel
Toelichting: dit is afschrift van 27-10-1595 van een vidimus van 1558 van een akte van 1455.
Gijsbert Hack is de secretaris in 1455.
Marcelis en Baeken zijn de schepenen in 1455.
Jan Jansz en Jan Geritsz zijn de schepenen in 1558.

Bron: ORA Driel, inv. 969, folio 121.
Bron: Overigen
14-05-1535. verwijzing naar een tijnsbrief voor de bank van Driel van 10 gulden, belooft door Johan Hoeijss aan Hendrick van Gorell.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-2-2021.
Schepenen Bommell et Dryell
marge: Ghijsbert Cuysten
Jan de Cock heefft uuyt crachte van procuratie hem bij Pierijntken doch-
tere wijlen Arnts van Aelst ende wettige weduwe Geraerts Janssen
vande Wiell voir Joris van Bernagien ende Jacob van Lanschot
schepenen inne 's Hertogenbossche den veerthyenden novembris deses lopenden
jaers XVIc vijff ende dertich verleent, ons schepenen in papiere behoir-
lijcken geschreven geteijckent ende besegelt gebleecken, vercoft ende opge-
dragen pro C. thijnsbrief van thien carolus gulden jaerlijcx als Johan
Hoeijss eertijts voor schepenen in Dryell heeft gelooft
te betalen aen Hendrick van Gorell uuyt Habra?ntken
wijrt gelegen inne den gerichte van Dryell, vermogens den schepenen
thijnsbryef der bancke van Dryell in date den veerthienden may 's jaers
XVc vijff ende dertich daeroppe gemaeckt, wesende getransfigeert
met noch twe andere schepene opdrachts bryeven, den yersten dateert
den XXIIIIen novembris 's jaert XVc twe ende vijftich, ende
den tweden den XIIIIen januarij XVc ende tsestich, ende daerbeneffens
noch eens voor schepenen in 's Hertogenbossche getransporteert bij
Beijrtken dochtere wijlen Peter Jonckers sone Cornelis sone Anthonis
Jonckers naergelaten weduwe Jans sone Willem Zebers in sijnen
leven raetsheer der voorss. stadt, aen Geraert Janssen vanden
Wiell vermogens den schepenen opdrachtsbryeff der stede voorss.
daeroppe gemaeckt van date den vyerden decembris 's jaers XVIc drije
ende twijntich, ende allet gehout derselve bryeven, etc.
aangehaald in transport van dezelfde brief op 17-11-1635 in loofsignaat van de bank van Driel, inv. nr. 974,
fol. 91 [scan nr. 95]
Van de twee transfixen die te Driel zijn gepasseerd is enkel de datum bekend. Die zijn vooralsnog niet in deze verzameling opgenomen.
Bron: Overigen, inv. 974
1550. Register houdende afschriften van Gelderse landrechten, rechtsgewoonten enz. betreffende de Betuwe van 1327-1538 en z.d., vermoedelijk vervaardigd ten behoeve van de commanderij van Tiel, ca. 1550. Met als kaft een akte door Wilhem Loei (Loye) Lambertss. genaemd Van Driel en Claes Korstinss., schepenen van Driel, houdende overdracht door Aert Aertss. die Duyster aan Arien Dirckss. die Cuper van een thijns van twee keizer Carolusguldens uit 2 morgen land in het gerecht van Driel in de "Upperackeren" gelegen tussen het land van de proost, dat van de erfgenamen van wijlen mr. Jan der Sterck en dat van de erfgenamen van wijlen Wolter Egenss., ca. 1530.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 22-2-2021.
Wij Wilhem Loei Lambertsz genaempt van Driell ende Claes Korstensz scepenen in Driell tugen dat voir ons
comen Aert Aertsz die Duyster ende heeft gelooft Arien Dircksz die cuper thijns twee keijser carolus
gulden goet van goude ende gerecht van gewichte off tweijntich stuvers die hartoch Philippus ofte keij-
ser carolus die vijffste van dijen naem zijn soon hebben laten munten ende slaen voer datum van deese
voerden gulden voersz. op Sancta Agnieten dach naestcomende ende soe voert jairlix opten voersz.
termijn dach euwelicken the betalen den voirg. Arien die cuper The heffen ende the buren
uuth twee mergen lants gelegen inden gericht van Driell in die Ypperackeren noortwardt naest-
gelant die proost zuijtwardt die erffgen. meister Jans die Sterck zaliger ende oostwt. die erffgen.
Wolter Egensz zeliger welcken thijns voersz. off he jairlix ...soe opten voerscr. termijn dach nijet
betaelt en wordt soe soude dan daer op wassen ende gaen alle weken daer naestvolgende
eenen peene van eenen stuver der munten voerscr. welcken peen mytten thijns voerscr. Arien
voirscr. uut den lande voerscr. wanneer dat hij des nyet langer beijden en sall willen Ende
Aert Aertsz voirscr.
De laatste zin kapt af en de tekst aan het eind lijkt niet helemaal correct te verlopen. Vermoedelijk was het een verschrijving en is deze charter daarom als omslag gebruikt.
De datering door de RDO kan niet kloppen. Mr. Johan die Sterck was o.a. schepen in 1544 (samen met Claes Korstensz). Waarschijnlijk overleed hij in 1546 (Repertorium Lenen Oudmunster).
Wilhem Loei Lambertss was schepen tot 1552 en overleed in 1559.
Claes was de laatste keer schepen in 1551 en overleed na 31 okt 1558.
(alle gegevens voor zover nu bekend en onder voorbehoud).
Voorlopige geschatte datering: circa 1550.

Bron: Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht, inv. 2706.0.3.
Bron: Overigen
10-07-1558. Verklaring voor schepen van Driel over een ruzie met dodelijke afloop. Met 2 beschadigde en geplette zegels
Ingevoerd of laatste wijziging op: 16-2-2021.
Alle die ghene die desen tegenwoerdigen brieff van certificatien sullen sien ofte horen lesen
saluijt. Wij Jan Sarsz ende Jan Geritsz scepen in Driell doen konde ende certificeren voer die
gerechte wairheijt hoe dat voer ons gecompareert ende sich erscenen heefft in horen eijgene propere
parsone Belij echte huijsfrouwe Loij die Cocks wesende van goeder namen ende famen ende inwoen-
derse tot Driell ende heefft ter instantien ende durch versoicke Willem Jansz als vader van
Antonis Willemsz zijnen zoon die welcke sich onnoselick misgaen heefft aen eenen genoemt Hubert die
Koman den godt der heer zijn siele benedigen willl, getuijcht gesacht ende gedeposeert metten rechten
daer toe gerequireert zijnde als recht is vanden gesworen scoltetz tot Driell, Ende tselve gelijck
volgens hier nae bescreven steet lieffelicken aen godt ende alle zijnen lieven heijligen gesworen gestaefft
eedts, welcken eedt die voerg. scoltet der voerg. Belijken affgenomen ende gestaefft heefft als recht
is, The weten aldus dat Belijken Loij die Cocks huijsfr. werdinne tot Driell dat sij daer bij aen
ende over geweest ende gehoert dat die zelige Hubert die Coman tegens Anthonis Willemsz (zoe sij
saten en speelden) ongelijck gehadt heefft in oiren twist vanden spelen, soe ist gebuert dat die
voersz. afflivigen Hubert zijn messe ierst getogen heefft om Anthonis Willemsz zijnen adversant
voerg. daer mede to steken, Daer nae isset geboert dat Anthonis Willemsz voersz. aff is geweken
ende en heefft den doden afflivigen Hubert die Coman nyet willen smijten noch steken, mer doert vervolch
vanden selven afflivigen Hubert voersz., heeft Anthonis adversant voirg. sijn lijff moeten verweren
Ende heeft geworpen metten kanne mer hem nyet geraect, ende daer nae is Antonis gaen
lopen, ende Hubert die Coman voerg. heefft hem gevolcht ende heefft hem willen smijten, ende
Anthonis voersz. siende hem nyet te ontgaen heefft hem gesteken Ende wantmen dan sculdich
is van alle waerachtige op rechte duechdelicke saicken getuijchnisse der rechter wairheijt ende
wetentheijt tho dragen besonder alssmen des dair toe gerichtelicken versocht wordt, hebben wij voersz.
schepenen onsse zegelen onder aen deesen onssen tegenwoerdigen brieff van certificatien
gehangen. Gesciet inden jaere ons heeren duijsent vijffhondert ende acht ende vijfftich
opten thienden dach inder maent van Julio
Bron: Gelderse Rekenkamer, toegang 0012, inv. 5502 (Bijlagen bij 1e rekening van ambtman Johan van Asperen en Vuren, 1558-1561).
Bron: Overigen
29-08-1485. Aert Aert Eghenszssoin en Jan Spierinck van Well schepenen in Dryell oorkonden dat Bessell, weduwe van Jan van Gestel Bakenssz voor hun beider ziel aan Heynrick die Bruyn Janssz t.b.v. het gasthuis de helft heeft geschonken van een thijns van 90 Rijnsche gld., die zij had uit 1 m. lands te Hoensaet van Gherit Aertsz, tusschen Dirck van Buesechem en Eghen Buydewijn Wouterszsoin, mits daarvan niet meer gebeurd wordt dan 25 stv. 's jaars.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-10-2020.
Wij Aert Aert Egenss soin ende Jan Spierinck van Well scepenen in Driell tugen
dat voer onss comen is Bessel die welneer wijff was Jan van Gestell Bakenss. met
horen gecoren momber ende heefft puerlick om goedts willen ende om salicheijt wil
horen zielen ende om salicheijts wil hoers man ziell Jans van Gestell voirss.
saliger gedachten gegeven ende gemaect Henrick die Bruyn Janss. tot behoeff des
gasthuys des dorps van Driell die een helffte van twe gouden rijnse gulden
erffelix thijns die Bessel voersc. jaerlicx met recht pleech te heffen ende te
bueren uyth eenen mergen lants gelegen inden gericht van Driell tot Hoensaet
tusschen Dirck van Bosichum aen d'een zijde, ende Egen Buydenwijn Wou-
terss. aen d'ander zijde gelijck als dien scepen thijns brieff van Driell dat volco-
melicker begrijpt ende inhelt die vanden alinge thijns voersc. gemaect is.
Met vorwaerden toe gedaen dat die gasthuyssmeijsters indertijt des gasthuys
voersc. jaerlicx nyet meer bueren en sullen van Gherit Aertss. die den thijns
voersc. sculdich is dan XXV currente stuiver in tijt der betalinge voerden gulden voirss.
off ander goet payment in gelijcker weerden daer voer. Dit supscriptum
voerden gulden voirsc. loven wij. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer
ons Heren M CCCC LXXXV des manendaichs nae Sunte Bartelomeus dach.
NB. deze transcriptie is van het cartularium. De originele oorkonde (inv. nr. 20) is ook getranscribeerd en toont enkele kleine verschillen.
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 9 (f. 8v) - Regest nr. 28
29-08-1485. Acte waarbij Bessell, weduwe van Jan van Gestell Bakenszoon aan het gasthuis te Hoenza-Driel overdraagt de helft van een tyns uit een morgen land aldaar ten bedrage van 25 stuivers 's jaars, 1485. 1 charter.
Met het zegel van den tweeden oorkonder; het andere verloren.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-10-2020.
Wij Aert Aert Eghenss. soin ende Jan Spierinck van Well scepen in Dryell tugen
dat voor ons comen is Bessell die wilner wijff was Jans van Gestel Bakens soen
mit hoeren gecoeren momber ende heefft puerlijck om Gods willen ende om salicheijt
wil hoiren zielen ende om salicheit wil hoirs mans ziell Jans van Gestell
voirss. salichgher gedachten gegheven ende gemaect Heijnrick die Bruyn
Jans soen tot behoeff des gasthuys des dorps van Dryell die een helfte van
twe gouden rijnsche gulden erflicx thijns die Bessell voirss. jaerlicx mit
recht pleech the heffen ende the bueren uyt enen mergen lants gelegen inden
gericht van Driell tot Hoensaet tusschen Dirck van Buesechem aen d'een
zijde ende Eghen Buydewijn Wouterss. soin aen d'ander zijde gelijck als dieen
scepen thijns brieff van Driell dat volcomelijck begrijpt ende inhelt die
van den alingen thijns voirss. gemaect is mit voirwairden toe gedaen dat die
gasthuysmeisters inder tijt dess gasthuys voirss. jairlicx nyet meer bueren en
sullen van Gherit Aertss. die den thijns voirss. schuldich is dan vijff ende tweijn-
tich currente stuvers in tijt der betalinge voirden gulden voirss. off ander goet payment ingelijcker
weerde dair voir. Die superscripcie voirden gulden voirss. loven wij. In orconde onser
litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC LXXXV des manendaechs nae sunte Bartholomeus dach.
datering: St. Bartholomeusdag = 24 augustus. In 1485 was dat op een woensdag. Dus maandag daarna was op 29 augustus.
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 20
14-03-1475. Vonnis van de schepenbank van Driel, waarbij het gasthuis te Hoenza-Driel gehandhaaft wordt in het bezit van een stuk land in het gericht van Driel als onderpand voor een uit dat land gaanden tyns van drie nobels 's jaars, 1475. 1 charter.
Met het zegel van den tweeden oorkonder; de overige verloren.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-10-2020.
Wij Goswijn van Driel Aert vanden Pol Hillijns soin Gerit Sanders soin Heijnrick Brants soin Ott van Driel Jacop vanden Velde
Maes Lottum Jacops soin ende Maes Claes soin scepen in Driel tugen dat Willem Jacopssoin als gasthuysmeister des gesthuys ge-
legen inden gericht van Driel tot Hoensaet begeerde een vonnis vanden scepene van Driel weder dat gasthuys voirss. behouden
ende bliven sal off nyet en sal in sinen onderpande gelegen inden gericht van Driel tot Martwijck wilneer tuschen Henijnrick van
Deijl aen d'een sijde ende die gemeijn stege aen d'ander sijde nae ingehout des gasthuys erfthijns brief ruerende van drie engelsche
nobelen des jaers gaende uyten onderpande voirss. ende weder des gasthuys brieve voirss. sullen gaen voer Jan Lambertss. brieve
off dat Jans brieve voirss. sullen gaen voir des gasthuys brieve voirss. off wat dat dair van rechts wegen aff wesen sal. Waer
op wij scepen voirss. mit mede gevollich der acht scepen van Zulichem op begeren als voirss. steet ende nae den brieve voirss. van
beijden sijden ende nae vragen des gesworen richters ons genedigen heren 's hertoge van Burgoendyen ende van Gelren in bom-
melreweert daar wij mede inder dyngbancken van Driel the gedinge geseten waeren eendrechtelijcke wijsden dat dat gasthuys
voirss. behouden ende bliven sal in sinen onderpande nae uytwisinge sijnre scepen thijns brieve ende gerichts brieve rurende van
drie engelsche nobelen des jaers ende dat die brieve voirss. sullen gaen voir Jan Lambertss. brieve opten onderpant dat die brieve voirss.
begripen ende uytwijsen nae kond ende waerheijt die wij dair aff gehoert hebben ende nae onsen besten vijff synnen ter tijt toe
wij en sagen beter betoen dan wij noch gesyen hebben. Die superscripci erf voirss. approberen ende loven wij goet. In oirkonden onser
litteren gegeven int jair ons Heren dusent vyer hondert vijff ende tsoventich des dynsdaechs nae den sonnedach als men
(1) singet inder Heijliger Kercken Judica.
(1) delaatste regel valt onder de vouw en is aangevuld aan de hand van de copie in het cartularium.

datering: Judica = 2 weken voor paaszondag. In 1475 was dat op 12 maart. De dinsdag daarna was dus op 14 maart.
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 19
25-08-1452. schepenen Jan Aert Eghenssoins soin en Aert van de Poll Hillens soin
Ingevoerd of laatste wijziging op: 7-8-2020.
Driel anno 1452, Aug. 25.

Wij Jan Aert Eghens soins soin ende Aert van de Poll Hillens soin, scepenen in Driell tugen, dat voir ons comen is Jan Dircx Andries soins soin ende heeft vercoft ende opgedraghen voir tyen pont gever pennningen die hij ghiede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen yegenwoirdighen brieff duersteecken is ende alle tgehaut des briefs als dair in ghescreven steet Jan die Pont Alaertssoin tijns erflijcken the besitten . Ende Jan Dircx soin voirss. verteech opten brieff ende op tgehaut des brieffs voirs. Hij gheloofde daer op doen the vertijen alle die ghene die van siinre weghen daer op mit recht vertijen sullen. Hij geloefde oick the waren van siinre weghen Jan die Pont voirs. den brieff ende ghehaut des briefs voirs. jaer ende dach als recht is teghen alle die ghene die then recht comen willen. Ende van siinre wegen alle voirplicht aff the doen van den selve. In oirconde onser letteren gegeven int jaer ons Heren MCCCC tween vijftich des anderen dachs nae Sunte Berthelmeeus dach apostels.
bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel
kaartjes 100-I+II
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen (100)
07-05-1549. Aert Loei Lambertsz en Aert van Tuyll schepenen in Driell oorkonden, dat Heer Jacop van den Veldt, priester, Joest van den Veldt, Jan van den Veldt, Jan Herbertsz voor zijn vrouw en allen tezamen voor hun broeder Baken en zuster Oelen voor 100 gouden gld. 6 m. lands hebben verkocht te Driell in de Hoeven, tusschen O. de beemtgraeff, W. de fraters van Den Bosch, (met de?) Cruckkamp en Z. de straat, aan Daniel Spierinck en Jacop Henricxsz van Hedell als provisoren van het gasthuis te Hoensaet, die het hun voor 5 1/2 Car. gld. 's jaars op St. Petersdah ad Cathedram (uit te keeren op OLVdag aan de armen van Driell) weder in thijns hebben uitgegeven.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 3-8-2020.
bovenschrift: Heer Jacop vanden Velde, NB
Wij Aernt Loei Lambertss. ende Aernt van Tuyll scepenen in Driell tugen dat voer ons comen
sijn heer Jacop vanden Velde priester Joest vanden Velde Jan vanden Veld Jan
Herbairtss. man ende mombaer zijnre huysfrauwen ende hebben voerts gesementlick
geloofft voer Bauken vanden Velde hoiren broeder ende Oelen vanden Veld hair
suster, ende hebben vercofft ende opgedragen voer hondert gouden gulden goet van
goude ende gericht van gewicht die zij gieden dat hoer betaelt zijn sess mergen
lants gelegen inden gericht van Driell in die hoeven streckende metten eene eijnde
op die dweergraeff, westwaart der fraters vanden Bosch kruck kamp zuyden
waert die gemeijn straet off zoe wie daer met recht all rontssomme daer naest
gelant mach weesen Danielt Spierincx ende Jacop Henricxss. van Hedell dijck vrij
ende thijns vrij in eenen eijgendom the hebben ende te besitten tot behoeff des gast-
huys dat gelegen is inden gericht van Driell tot Hoensaet off totter provisoren
behoeff des voersc. gasthuyss die altoes inder tijt zullen zijn. Ende heer Jacop,
Joest, Jan ende Jan voerss. vertegen op dit lant voersc. Sij geloeffden daer op the
doen vertijen alle die ghene die myt recht vertijen zullen. Sij geloeffden oick
the waren Danelden ende Jacoppe voersc. tot behoeff des voersc. gasthuys ende den
provisoers voersc. dit voirss. lant jaer ende dach als recht is tegens alle den ghenen
die des then recht comen willen, ende alle voerplicht aff te doen vanden selven.
Doen dit gesciet was doen gaff weder over Danelt Spierincx ende Jacop van
Hedell voersc. als provisoers ende gasthuys mesters inder tijt des voerss. gasthuys
met consent ende wille eens deels naburen van Hoensaet voersc. dit lant voorss.
heer Jacop vanden Veld priester, Joest vanden Veld, Jan vanden Veld ende Jan
Herbaerts tot behoeff hoerder ende voert tot behoeff Baicken vanden Veld ende Oelen
vanden Veld voersc. in enen erffelicken thijns the besitten voer sestalff keijsers
Karolus gulden goet van goude ende gerecht van gewichte XX stuivers die keijser Karell
die vijffte van dyen naem heefft laten munten ende slaen voer datum van deesen
off ander goet payment naeder valuatie van Brabant in gelijcker werden daer voer
gerekent van elcken Keijsers Carolus gulden als voersc. zijn erffelicx thijns op Sunte
Peters dach ad Cathedram toecomende ende daer na voert alle jaer voer die sestalff
Keijsers Carolus gulden als voerz. zijn erffelicx thijns off payment daer voer als voorss.
is jaerlicx op Sunte Peters dach voerss. den voersc. Danelden ende Jacoppen
tot behoeff des gasthuys ende den provisoers inder tijt wesende euwelicken the betalen.
Welcken thijns voersc. off he alle jair opten termijn dach der betalinge voersc. niet
betaelt en were zoe soude dan daer op wasschen alle weken daer naestvolgende
eenen peene van drie stuivers min een oirt stuiver der munten voersc. Welcken pene tsamen
mytten thijns voorss. Danelt ende Jacop voersc. als gasthuys meijsters offte die pro-
visoers die altijt inder tijt des voersc. gasthuyss wesen zullen uuth den voirss.
voersc. lande zullen mogen verhalen wanneer dat zij's nyet langer en sullen
willen beijden. Met vorwaerden toe gedaen dat die provisoers des voirsc. gasthuys
off gasthuys mesters die daer altoes inden tijt sullen wesen jaerlicx uutreijcken ende
geven zullen den voirss. thijns op onsser liever vrauwendach den ermen des
dorps van Driell off den genen die des dan om Godts will begeren zullen.
Met conditien ende mit vorwaerden hier inne noch toegedaen dat die gasthuis
mesters Danielt ende Jacop voorss. ofte die provisoers des gasthuys voerss. die
naemaels sullen wesen nyet meer en sullen manen boeren noch eijschen
vanden erffgenamen Bauken vanden Velde voersc. doer crachte van
enigen thijns brieven die hier voermaels gepasseert muchte wesen
dan deesen thijns vanden sestalff Keijsers Carolus gulden voersc. In oircon-
de onsser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren duyssent vijffhondert negen
ende veertich den sovenden dach in die meij maent.
Potlood aantekening in marge: 1549
N.B. De originele tekst is anders dan in het cartularium als afschrift staat opgenomen. Meest opvallende verschil is aan het einde, waar in het origineel staat "vanden erffg. selige Baken vanden Velde" terwijl dit afschrift in het cartularium spreekt van "vanden erffgenamen Bauken vanden Velde voersc.". Dat laatste is dus fout, het betreft een andere Ba(u)ken dan in het begin van de tekst..
Merk op dat in het afschrift in het cartularium heel duidelijk 7 mei als datum staat, en dat is hier aangehouden. In het originele regest wordt 7 maart genoemd, en dat is mogelijk een vergissing.
De originele oorkonde is bewaard gebleven (inv.nr. 16) maar is nog niet ingezien, dus in theorie kan ook het afschrift in het cartularium fout zijn en het regest correct. [JdK]
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 9 (f. 14) - Regest nr. 44
07-05-1549. Acte, waarbij heer Jacop van den Beldt {Velde} cum suis aan het gasthuis te Hoenza-Driel zes morgen land in het gericht van Driel in die Hoeve overdraagt, waarna de verkoopers dit land wederom voor 5 1/2 carolusgulden 's jaars in erftyns verkrijgen en de provisors van het gasthuis op zich nemen, dit bedrag jaarlijks aan de armen uit te keeren, 1549.
1 charter.
Met het licht geschonden zegel van den tweeden oorkonder.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 3-8-2020.
Wij Aert Loei Lambertsz ende Aert van Tuyll scepen in Driell tugen dat voer ons comen sijn heer Jacop vanden Velde priester
Joest vanden Velde Jan vanden Velde, Jan Herbertsz als mombaer zijnre huysfrauwen gelovende mede voer Baken
horen broeder ende voer Oelen hoer suster ende hebben vercofft ende opgedragen voer hondert gouden gulden goet ende
geve die zij gieden dat hoer betaelt zijn sess mergen lants gelegen inden gericht van Driell in die Hoeven streckende metten
eenen eijnde op die Beemt graeff, westwaart die fraters vanden Bosch Cruck camp zuytwaert die gemeijn straet off
soe wie dat met recht all rontssomme daer naest lant gelegen mogen zijn, Danielt Spierinck ende Jacop Henricxsz
van Hedell als provisoers des gasthuijs tot Hoensaet tot behoeff des selvige gasthuijs voerscr. in einen eijgendom
sonder dijck ende sonder thijns erffelicken the besitten Ende heer Jacop, Joest, Jan ende Jan voerscr. vertegen opt vsz.
lant Sij geloeffden daer oick mede op the doen vertijen alle die ghene die myt recht vertijen sullen. Sij
geloeffden oick mede dat voerg. lant den voerg. provisoren off die altijt provisores des voerscr. gasthuijs sullen
wesen jaer ende dach to waren als recht is tegens allenden ghenen die des then recht willen, ende alle voerplicht
aff te doen vanden selven. Doen dit gesciet was doen gaff weder over Daniell ende Jacop voerscr. als provisores
indertijt des voerscr. gasthuijs met wille ende consent dat meerdeell der naburen van Hoensaet dit lant vsz.
heer Jacop vanden Velde priester, Joest vanden Velde, Jan vanden Velde ende Jan Herbertsz tot behoeff haerder ende
voert tot behoeff Baken ende Oelen vanden Velde voerscr. in eenen erffelicken thijns te besitten voer sestalffen
keijsers carolus gulden goet van goude ende gerecht van gewicht tweyntich stuvers die keijsers Kaerll die Vijffte
van dien naem heefft laten munten ende slaen voer datum van deesen off ander goet payment nae der evaluatie
van Brabant in gelijker weerden daer voer gerekent voer elcken voerscr. gulden op Sunte Peters dach ad
Cathedram toe comende ende soe voert jaerlicx opten voerscr. termijn dach euwelicken the betalen den voerg. Daniell
ende Jacop als provisoers des voerscr. gasthuijs of die altijt provisores wesen zullen tot behoeff des voerscr. gasthuijs
Welcken thijns voerscr. off he jaerlicx opten termijn dach nijet betaelt en worden? soe soude dan daer op gaen
ende wassen alle weken daer naestvolgende eenen pene van drie stuvers min een oert stuvers der munten voersc. Welc-
ken thijns myt den pene voerscr. die provisoers voerscr. off die altijt inder tijt wesen sullen provisores vanden voerg.
gasthuijs sullen mogen verhalen uuth den lande voerscr. wanneer dat zij des nyet langer beiden en willen. Behelte-
licken dies dat die provisoers altijt in der tijt wesende jaerlicx ende alle jaer uuth sullen reijken ende geven den voerscr.
thijns op onser liever vrauwen dach hemelfaerts den ermen des dorps van Driell off den ghenen die des om godts
willle begeren sullen. Oick en sullen die provisoers die nu sijn ende altijt wesen sullen nijet meer en sullen manen
noch eijschen vanden erffg. selige Baken vanden Velde duer crachte van enige tijns brieven hier voermaels gepasseert
muchte wesen dan desen tegenwoerdigen tijnsbrieff van sestalffen gulden als voerscr. Die superscriptie 'tijns' loven wij goet.
In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons heeren dusent vijffhondert ende negen ende veertich den soevenden dach meij
N.B. Deze originele tekst is anders dan in het cartularium als afschrift staat opgenomen. Meest opvallende verschil is aan het einde, waar in het origineel staat "vanden erffg. selige Baken vanden Velde" terwijl het afschrift in het cartularium spreekt van "vanden erffgenamen Bauken vanden Velde voersc.". Dat laatste is dus fout, het betreft een andere Ba(u)ken dan in het begin van de tekst..
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 16
12-02-1362. Rodolphus Deylf Alardi {1} en Johannes Panne, schepenen in Driel oorkonden, dat Johannes Yde voor 100 Lb. de doorschoten -maar thans verloren- brief {3} heeft verkocht aan Stephanus zoon {2} van Johannes Yde.
Oorspr. (geschonden). De beide zegels zijn verloren.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-7-2020.
Universis presencia visuris nos Rodolphus Deylf Alardi {1} et Johannes Panne scabini in Driel notum facimus
protestantes quod veniens coram nobis Johannes Yde vendidit et optulit pro centum libris denariorum legalium eidem
ut fatebatur persolutis litteram cui hec presens littera est transfixa et contentis eius pro ut ibidem continentur
Egidij et Stephano filijs {2} Johannis Yde predicti hereditarie possidendem et Johannes Yde predictis littere et contentis
eius predictis renunciavit ad opus Egidij et Stephani predictorum promisit quam warandiam facere ex parte sua
Egidi et Stephani predicte super littere et contentis eius predictis per annum et diem ut juris est adversus omnes juri
comparere volentes et deponere ex parte sua omne plegium quod vorplicht dicitur de eisdem Nostrarum testimonio
litterarum Anno domini Mº CCCº sexagesimosecundo duodecima die mensis februarij
1. In de originele oorkonde in 1362 heeft de schepen het patroniem 'Alardi'. In 1366 is het patroniem 'Johannis'. Mogelijk betreft het een andere persoon. Waarschijnlijker lijkt, dat de afschriften in het Cartularium fout zijn.
2. In het regest wordt abusievelijk maar 1 zoon genoemd.
3. De tekst van de eerste oorkonde is als afschrift bewaard gebleven in het cartularium (15-7-1340).
Transfix.
Hangt aan: 15-07-1340
Aanhangend: 05-04-1383
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 15-1 - Regest nr. 2
09-05-1400. Acte, waarbij Steven Jan Yden zoons zoon overdraagt aan Lambert Jacops zoon ten behoeve van het te Hoenset gestichte gasthuis de brieven, waardoor deze gestoken is, 1400.
Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder.
Met oudere brieven d.d. 1362 en 1385.
3 charters (getransfigeerd).
N.B. Blijkens den inhoud is ook de brief van 1362 nog door een ouderen gestoken geweest. Deze laatste brief, een transportacte van een huis in het gericht van Driel d.d. 1340, is afgeschreven in het cartularium (Inv. no. 9).
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-7-2020.
Wij Sander Broes zoen ende Heynric Jans zoen scepen in Dryel tughen dat quam voer ons Steven Jan Yden zoens zoen vercoft ende droech op voer
hondert pont ghever penninghen als hi sede dat hem betaelt siin dese bryeve daer desen teghenwerdighen bryef doer is ghesteken ende al dat daer
in ghescreven is Lambert Jacops zoen tot behoef des gasthuys van Dryel tot Hoenset ghesticht inder eren des aelmechtighe gods Marien sijnre
moeder ende alle godts heylighen erfliken te besitten ende Steven voersz. verteech op dese selve bryeve ende op allen hoer inhouden voersz. hi geloef-
de oec van sijnre weghen waerscap te doen Lambert Jacops zoen voersz. tot behoef des gasthuys van Dryel voersz. vanden selven brieven ende van
allen haer inhouden voersz. jaer ende dach als recht is teghen hen allen die ten recht willen comen Ende af te doen van sijnre weghen allen
voerplicht vanden selven. Hier is Jan Jan Ydens zoens zoen een borghe af. In orkonde onsen litteren. Gegheven int jaer ons heren dusent vier
hondert opten sonnendach alsmen inder heyliger kercken singt Jubilate.
Transfix.
Hangt aan: 05-04-1383
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 15-3
05-04-1383. Theodericus Johannis en Johannes Schoercap Gerardi, schepenen in Dryel oorkonden, dat Egydius zoon van Johannes Yde de doorschoten brieven heeft verkocht aan Stephanus zoon van Johannes Yde.
Oorspr. De zegels der oorkonders zijn verloren.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-7-2020.
Universis presencia visuris nos Theodericus Johannis et Johannes Schoercap Gherardi scabini in Dryel notum facimus protestantes quod
veniens coram nobis Egydius Johannis filij Yde litteris quibus hec presens littera est transfixa et omnibus earum contentis prout ibidem
continentur ad opus Stephani Johannis filij Yde sui fratris Renunciavit promittens deponere ex parte sua omne ple-
gium quod voerplicht dicitur de eisdem Nostrarum testimonio litterarum Datum anno domini Mº CCCº octuagesimo tercio dominica
qua cantatur misericordia domini
Transfix.
Hangt aan: 12-02-1362
Aanhangend: 09-05-1400
Aanhangend: 09-05-1400
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 15-2 - Regest nr. 3
12-09-1366. Schepenen: Rodolphus Delff Johannis {1} en Johannes de Hoemen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 27-7-2020.
    Transfixa supra predicta
Universis presencia visuris Nos Rodolphus Delff Johannis {1} et Johannes de Hoemen scabini
in Dryell notum facimus protestantes quod veniens coram nobis Johannes Moliart Theoderici
vendidit et optulit pro duobus milibus libr.... denariorum legalium eidem ut fatebatur persolutis litteras
cui hec presens littera est transfixa et omnia in dicta littera contenta prout ibidem continentur
Johanni Koec et Johanni de Tyell tamquam provisoribus mense sancti spiritus de Zautbomell ad opus
dicte mense sancti spiritus hereditarie possidendam Et Johannes Moliart Theoderici predictus
littere et eius contentis predictis renunciavit promittens facere renunciare omnes qui ex parte sua
littere et eius contentis predictis de jure renunciare tenentur Promittens eciam warandiam fa-
cere ex parte sua littere et eius contentis predictis Johannis Koec et Johanni de Tyell tamquam
provisoribus predictis ad opus mense sancti spiritus predicte super littera et eius contentis predictis
per annum et diem ut juris est adversus omnes juri comparere volentes Et deponere omne
plegium ex parte sua quod voirplicht dicitur de eisdem Nostrarum testimonio litterarum Datum
anno domini Mº CCCº sexagesimo sexto sabbato die post nativitatis beate Marie virginis.
1. In de originele oorkonde in 1362 heeft de schepen het patroniem 'Alardi'. In 1366 is het patroniem 'Johannis'. Mogelijk betreft het een andere persoon. Waarschijnlijker lijkt, dat de afschriften in het Cartularium fout zijn.
Marge: 1366
Datum: zaterdag na 8 sept.
Transfix.
Hangt aan: 11-09-1366
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 121 / s. 203)
11-09-1366. Schepenen: Rodolphus Deylff Johannis {1} en Johannes de Hoemen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 27-7-2020.
Universis presencia visuris Nos Rodolphus Deylff Johannis {1} et Johannes de Hoemen scabini in
Dryell notum facimus protestantes quod veniens coram nobis Johannes Koec et Johannes de Tyell
tamquam provisores mense sancti spiritus de Zautbomell vice et nomine dicte mense sancti spiritus
vendiderunt et optulerunt pro duobus milibus libr.... denariorum legalium eisdem ut fatebantur
persolutis septem et dimidium jugera terre sitis in jurisdictione de Horwinen in pa-
lude inter dominam Mechteldem de Leyenberch relicta quondam domini de Hokelem
militis et communem vicum dictum Caudestege, Item sex et dimidium jugera duo et dimidium
hont terre sitis ibidem in ipsa? dicto loco inter terram ecclesie de Horwinen qui? vulgariter dicitur
der Horren Stert {?} ab uno latere et ecclesiam de Rossem ab alio latere Johanni Moliart
Theoderici in allodio sine censu et cum una virgatas aggeris sitis ibidem inter Tyelmanni
Johannis et Petrum Wijse hereditarie possidendam Et Johannes Koec et Johannes de Tyell tamquam
provisores mense sancti spiritus predicte predicte {sic!} dicte terre renunciaverunt vice et nomine dicte
mense sancti spiritus promittentes facere renunciare omnes qui dicte terre de jure renunciare
tenentur Promittentes eciam warandiam facere Johanni Moliart Theoderici predicto super terra
predicta per annum et diem ut juris est adversus omnes juri comparere volentes Et deponere
omne plegium quod voirplicht dicitur de eadem Nostrarum testimonio litterarum Datum anno die
Mº CCCº sexagesimo sexto feria sexta post nativitatis beate Marie virginis

Marge:
Int broeck
ende anders
XIIIJ mergen
1. In de originele oorkonde in 1362 heeft de schepen het patroniem 'Alardi'. In 1366 is het patroniem 'Johannis'. Mogelijk betreft het een andere persoon. Waarschijnlijker lijkt, dat de afschriften in het Cartularium fout zijn.
Marge: 1366
Datum: vrijdag na 8 sept.
Transfix.
Aanhangend: 12-09-1366
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 121 / s. 203)
15-03-1542. Herman die Bie en Freryck van der Steghen schepenen in Driel oorkonden dat honderd [fout] personen hebben verklaard dat van de schippers van Rossem te Hedel geen tol werd gevraagd en dat zij slechts de roeyertoll betaalden.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 25-7-2020.
Wij Herman die Bie end Frerijck vandr Steghen scepen
in Driel certificeren voir die gherechte waerheijt hoe
dat op datum van hueden voir ons gekompareret sijn in
hoirder eijgen personen end dat doir gerychtelick versueken
der heermeraeden des dorps van Rossem Gerit Jansz
Albert Goirtsz Goessen Gorisz Peter Artsz Jacop Jansz van Hel
inwoenende nabueren des kersspel van Rossem mannen
van goeder eeren end famen weerdych ghetuijchenisse
van hem toe geven end hebben getuijch ende geaffirmeert
bij hoer man waerheijt end beswoiren als hijr nae
bescreven staet Gherit Jansz een man vier off vijffenses-
tych iaeren die mennygen tijt met sijnen vader nae
bij hem selver gevaeren heeft end van hem noch
van sijnen vader bij sijn weetenheijt toe Heedel toll
geeijst is dan roeder toll van Rossemssen guderen
Albert Goirtsz als van den alsten bynnen Rossem tuijcht
als dat hij dat hij dies niet en heeft hoiren seggen dan
nu bynnen vert.....ch of drie weeken gheschijt
Goessen Goerisz Peter Artsz die met alden scippers
gevaren hebben Gerit Goirtsz saliger Jan Gerit saliger
en hebbens niet gehort off geweeten dat hem
anderen toll geeijst is Jacop Jansz als nu inder
tijt die scipper affirmeert dat van hem ghe-
nen toll geeijst is dan roeijer toll buijten dan bynnen
drie weeken gedaen is End wantmen die wair-
heijt getuijchenisse behoirt toe geven sonderlingen
almen dair gerychtelick toe versoecht woirt soe heb-
ben wij voirsz dat getuijch end met beswoeren voir
scholt van Rossem end voir scepen voirsz. End want men
die waerheijt getuijchchenisse hoert toe gheven sonder-
lingen alsmen die goettenlick gesynnenenden is soe hebben
wij doer doechtelick begheerten der heemeraden
voirsz. onssen segel beneden op spatium van desen gedruckt
Geschijt int iaer ons heeren dusent vijffhondert
tweeenfeertych den vijftynsten dach meert
Regest is uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56 (is fout)
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 790
29-06-1452. Schepenen: Ude van Tefelen en Jan Aert Egens soins soen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-7-2020.
bovenschrift: Oensell

marge: 1452; H... Pau... tra... rent te Zautbomel.

Wij Ude van Tefelen ende Jan Aert Egens soins soen scepen in Dryell tugen dat voir ons comen is
Roeloff Morbus als momber ende witaftige man sijns wijffs Jutten die wilner wijff was Roeloff
Hacken ende heefft vercoft ende opgedragen voir driehondert pont gever penninge die hij giede
dat hem betailt sijn een huijs ende een hofstat mit alle sijnre tymmeringe ende potinge in al-
sulcker groetten als dit alinge goet voirss. mit allen sijnen toebehoren mit recht gelegen is inden
gericht van Oensell tuschen den dijck off dijckavelinge Bartholemeeus Piecken ende die
gemeijn stege dair alomme gelegen Ghijsbert van Driell in enen eijgendom mitten dijck dair
mit recht toebehorende ende mit thijnsen als enen gouden gwilhelmesche hollansche schilt ende
enen thijnscappoen ende noch enen goouden arnoldus arnemsgulden die gemaict is inden jair ons
heren M CCCC ende XXXIIII Goirden die wijff was Jan Haecken dair jairlix uyt te betalen
ende voirt mit thijns vijffendetwentich vleemsche placken den rectoir sunte Peters ende sunte
Pauwels autaers gesticht inder kercken tot Zautbomell dair uyt te betalen erffelick
te besitten. Ende Roeloff Morbus als momber sijns wijffs voirss. verteech op alle dit goet voirss.
als huys hofstat tymmeringe potinge ende toebehoren voirss. Hij geloeffde daer op doen te vertijen
alle die gene die dair op mit recht vertijen sullen. Hij geloeffde oick te waren Ghijsbert
van Driell voirss. alle dit goet voirss. jair ende dach als recht is tegen alle die gene die ten
recht komen willen. Ende alle voirplicht aff te doen van allen den selven uytgescheiden den dijck
ende allen den thijns voirss. Voirt soe hebben Jan Martens sone als momber ende witteftige man
sijns wijffs Alitten dochter Roeloff Hacken voirss. Mathijs des voirss. Roeloff Hacken soen
Willem ende Lijsbet dochteren Roeloff Hacken voirss. mit hoiren gecoren momberen vertegen op alle
dit goet voirss. tot behoeff Ghijsberts van Driell voirss. Ende sij geloiffden oick van
hoirre wegen alle voirplicht aff te doen van allen den selven. Voirt soe geloeffde Roeloff
Morbus voirss. den voirss. Ghijsbert van Driell als dat hij Ghijsbert des voirss. Roe-
loff Hacken soin opten paeschdach naestcomende off hier en bynnen. Ende Wouter ende Cristinen
mit horen gecoren momber kynderen Roeloff Hacken voirss. elck tot horen mondigen dagen
sall doen vertijen op alle dit goet voirss. tot behoeff Ghijsberts van Driell voirss. Ende
dat sij dan oick geloven sullen van hoerre wegen alle voirplicht aff te doen van allen den
selven. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC twe ende vijfftich op
Sunte Peters ende Sunte Pauwels dach der apostelen.
Sunte Peters en Sunte Pauwels dach der apostelen = 29 juni
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 67 / s. 108)
27-09-1463. Schepenen: Henrick die Bye Hermans soen en Aert vanden Poll Hillynssoen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-7-2020.
bovenschrift: Horwijnen

marge: 1463

Transfixa supra predicta

Wij Henrick die Bye Hermans soen ende Aert vanden Poll Hillijnssoen scepen in Driell
tugen dat voir ons comen is Demode die wijff was Goeswijn Baerts mit hoeren gecoren
momber ende heefft vercofft ende opgedragen voir tsestich gouden gulden goet ende geve die
sij giede dat hoir betailt sijn die brieve daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken
is ende alle 't gehaut dier brieve als daer in gescreven steet Here Ghijsbert Loyt ende
Here Henrick die Man priesteren erfflijck te besitten. Ende Demode mit hoeren gecoren
momber voirss. verteech op die brieve ende op 't gehaut dier brieve voirss. Sij geloeffde
dair op doen te vertien alle die gene die van hoerre wegen daer op mit recht vertijen
sullen. Sij geloeffde oick te waeren van hoerre wegen Here Ghijsbert ende Here Henrick
voirss. die brieve ende 't gehaut der brieve voirss. jaer ende dach als recht is tegen
alle die gene die ten recht komen willen. Ende van hoerre wegen alle voirplicht aff
te doen van den selven. In orkonde onser litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC
drie ende tsestich des dynxdaechs nae Sunte Matheus dach apostell ende ewangelist.
des dynxdaechs nae Sunte Matheus dach apostell ende ewangelist (21 sept) = 27 sept.
Transfix.
Hangt aan: 07-07-1461
Aanhangend: 16-08-1472
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 119 / s. 199)
16-08-1472. Schepenen: Henrick Brants soen en Ott van Driell
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-7-2020.
bovenschrift: Horwijnen

marge: 1472

Transfixa supra predicta

Wij Henrick Brants soen ende Ott van Driell scepen in Driell tugen dat voir ons komen is
Henrick van Berendonck als wittafftige man ende momber sijns wijffs Mergrieten voert
als erffgenaem hairs brueders Here Henrix die Man wilner priester ende heefft vercofft
ende opgedragen voir veertich gouden gulden goet ende geve die hij giede dat hem betailt
sijn die brieve daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle 't gehaut der
brieve als daer in gescreven steet alsoe ver als hij als momber sijns wijffs voirss. daer
toe gerecht is Here Ghijsbert Loye priester erfflijck te besitten. Ende Henrick van Be-
rendonck voirss. verteech op die brieve ende op 't gehaut der brieve voirss. Hij geloeffde
dair op doen te vertien alle die gene die van sijnre wegen dair op mit recht vertien sullen.
Hij geloeffde oick te waren van sijnre wegen Here Ghijsbert voirss. die brieve ende
't gehaut der brieve voirss. jaer ende dach als recht is tegen alle die gene die ten
recht komen willen. Ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In
orkonde onser litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC twe ende tsoeventich des
sonnendaechs nae Onse Vrouwendach Assumptio.
des sonnendaechs nae Onse Vrouwendach Assumptio (15 aug.) = 16 aug.
Transfix.
Hangt aan: 27-09-1463
Aanhangend: 07-12-1479
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 119v / s. 200)
23-02-1468. Opdragt voor schepenen van Driel van 11½ hont lands aldaar, ten behoeve des hertogs, 1468 februari 23 (1468. des dinxdaechs na St. Petersdach apost. ad Cathedram). 1 charter
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-7-2020.
Wij Sander Jacops soin van Veltdriel ende Eghen Eghens soin scepen in Driel tughen dat voir
ons comen is Jan Teets Gherits soin ende heeft vercoft ende opgedraghen voir hondert gouden gulden
goet ende gheve die hij ghiede dat hem betaelt siin den brieff daer desen teghenwoerdighen brieff
doirsteken is ende alle tgehaut des briefs als daer in gescreven steet Gheeman Schoen tot behoeff
ons ghenedighen heren hertoghe van Gelren ende van Gulick ende greven van Zutphen erflijck the
besitten Ende Jan Teets voirsz. verteech opten brieff ende op tgehaut des brief voirsz. hij geloefde
daer op doen the vertijen alle die ghene die van siinre weghen daer op mit recht vertijen
sullen hij geloefde oick the waren van siinre weghen Gheeman Schoen tot behoeff ons ghenedigen
heren voirsz. den brieff ende tgehaut des briefs voirsz. jaer ende dach als recht is teghen alle die
ghene die then recht comen willen ende van siinre weghen alle voirplicht aff the doen vanden
selven In orconde onssen heren Gegheven int jaer ons heren M CCCC achtendetsestich des diinxdaechs nae sunte
Peters dach apostel ad cathedram
Met beide aanhangende zegels, welke gescand online staan.
Door het archief abusievelijk gedateerd in 1467.
Voorheen: Charterverzameling (0243), inv. 786.
Transfix.
Hangt aan: 19-02-1468
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, inv. 2462-2
19-02-1468. Opdragt voor schepenen van Driel van 11½ hont lands aldaar, ten behoeve des hertogs, 1468 februari 23 (1468. des dinxdaechs na St. Petersdach apost. ad Cathedram). 1 charter
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-7-2020.
Wij Sander Jacops soin van Veltdriel ende Henrick Brants soin scepen in Driel tughen dat voir ons comen is
Henrick Willem Stouten soin ende heeft vercoft ende opgedraghen voir hondert gouden gulden goet ende gheve
die hij ghiede dat hem betaelt siin twelleftalff hont lants geleghen inden ghericht van Driel int Driel-
sche broick tusschen die erfgenamen Dirck Jansz vanden Eynde aen d'een sijde westwaert ende erfnisse des
prijors ende convents des Regulier cloesters bijder stat van Zautbomel geleghen aen d'ander sijde Jan Teets
Gherits soin in enen eyghendom sonder dijck ende sonder thiins erflijck the besitten Ende Heinrick Willems
soin voirsz. verteech op dit lant voirsz. hij geloefde daer op doen the vertijen alle die ghene die daer op
mit recht vertijen sullen hij geloefde oick the waren Jan Teets voirsz. dit lant voirsz. jaer ende dach als
recht is teghen alle die ghene die then recht comen willen ende alle voirplicht aff the doen vanden
selven In orconde onssen litteren Gegheven int jaer ons heren dusent vierhondert ende achtendetsestich des vrij-
daechs nae sunte Valentijns dach
Met beide aanhangende zegels, welke gescand online staan.
Voorheen: Charterverzameling (0243), inv. 786.
Transfix.
Aanhangend: 23-02-1468
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, inv. 2462-1
02-03-1540. Eduard van Gelre beveelt zijnen ambtlieden en regters, zich te gedragen naar den inhoud der brieven, door zijnen vader ten behoeve der abdij van S. Paulus te Utrecht gegeven. 1 Februarij 1356.
Naar het door schepenen van Driel (in Bommelerwaard) den 2 Maart 1540 geautentiseerd afschrift, voorkomende onder de perkamenten brieven, N°. 379a; gecollationeerd met het afschrift, voorkomende in de Veertien Registers, deel III. fol. 52
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-7-2020.
Wij Herman die Bie Eghen die Ghier ende meyster Jan die Sterck schepenen in Driell tuygen dat wij op
huijden data van desen metten anderen schepenen daer wij tot Driell in gespannender vierscharen geseten hebben
hebben horen lesen van weeghen des werdighennn heeren abt van Sunte Pauwels tot Utrecht in desen
gerichts bancken copie brieven die zoe ons dochten geauctentizeert waren ende gecollationeert tegen
hoer principaele brieven gelijck dat die subscriptie bewees ende accordeerden die zelve copien ter
goede maten ende formen myt des zelven copien daer desen onsen tegenwoerdighen transfix
brieff doorsteken is Inne oirconde onse lytteren Gegeven inden jare ons heere duijsent vijfhondert
ende veertich den tweeden dach Marty
Deze originele schepenakte is een authenticatie van een kopie van een veel oudere tekst.
Met 3 zwaar beschadigde zegels.
Het regest is gepubliceerd in: Nijhoff, deel 2, N°. 73, pag. 84.

N.B. In het boek "Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415, naar de drie handschriften etc." komt deze vermelding voor op blz. LVIII:
29 Maart 1403. Woe dat die abdt, prior ende convent van Sunte Pauels tUtrecht mynen genedigen here van Glich ende van Gelre hoere gerichte te Lyenden ende te Dreyl syne levedage uytgedaen hebben etc.
Komt ook voor in een door schepenen van Driel gewaarmerkt afschrift van 2 maart 1540 (perk. brief no. 379f) en in Lib. Copiarum II, fol. 70, Rijksarchief te Arnhem.
Vermeld als regest Nijhoff III, no. 264, naar een door schepenen van Driel geautentiseerd afschrift van 2 Maart 1540.
blz. 81.
Op p.81 en 82 staat een transcriptie van de akte uit 1403.
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, inv. 2133
07-04-1348. Gerigtelijke opdragt van 3½ morgen lands onder de juris dictio van Dryel, ten behoeve van den hertog.
1 charter
Ingevoerd of laatste wijziging op: 4-7-2020.
Universis presentia visuris nos Theodericus Bollic filius Johannis Theodericus filius Godefridi et Gerardus filius Johannis Starken scabini in Driell notum facimus protestantes quod veniens coram nobis Ego filius Johannis filii Egonis vendidit et optulit pro centum libris denariorum legalium eidem ut fatebatur persolutis tria iugera et dimidium iuger terre site in iurisdictione de Driele in loco dicto Veltdrielre ackeren inter Alardum Scoercap ab uno latere et Wilhelmum filium Henrici ab alio latere Egoni filio Vos ad opus Reynaldi domini nostri ducis Gelrensis in allodio sine censu et aggere hereditarie possidenda et Egho Johannis filius predictus terre predicte renuntiavit promittens facere renuntiare omnes qui terre predicte de iure renuntiare tenentur promittens eciam warandiam facere Eghoni filio Vos ad opus domini Reynaldi predicti super terra predicta per annum et diem ut iuris est adversus omnes iuri comparere volentes et deponere omne plegium quod voirplicht dicitur de eadem Nostrarum testimonio litterarum. Datum anno Domini Mº CCCº quadragesimo octavo die septimo mensis aprilis
Een andere transcriptie staat in het boek "Acten betreffende Gelre en Zutphen, 1107-1415, naar de drie handschriften: A dat alste register en I oldste register te Arnhem, zoomede B No. 22 te Dusseldorp". Uitgegeven door P.N. van Doorninck en Dr. J.S. van Veen, Haarlem, 1908.
Die transcriptie (op pag. 315) verwijst naar een afschrift in het register op fol. 95: Een scepenbrieff van Driele, tugende dat Egen Jans Egenssson vercoft heeft tot greve Reynald behoef van Gelre 3½ mergen lants, gelegen tot Driell in Veltdrielre acker.
Zie ook Nijhoff, deel 2, nr. 31.

Met 3 goede zegels.

Voorheen: Charterverzameling (0243), inv. 395
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, inv. 2397
07-04-1348. 2½ morgen lands te Drijel door Arnoldus Vos opgedragen ten behoeve van hertog Reinald.
1 charter
Ingevoerd of laatste wijziging op: 4-7-2020.
Universis presentia visuris nos Theodericus Bollic filius Johannis Theodericus filius Godefridi et
Gerardus filius Johannis Starken scabini in Driell notumfacimus protestantes, quod constitutus
coram nobis Arnoldus dictis Neude filius Vos vendidit et optulit pro centum libris denariorum
legalium eidem ut fatebatur persolutis duo iugera et dimidium iuger terre sitis in iurisdictione
de Dryel super Vliedert inter Hadewigen de Kuyc ab uno latere et heredes Petri dicti
Wellekens ab alio latere Eghoni filio Vos ad opus dominum Reynaldi domini nostri ducis Ghelrie
in allodio sine censu et aggere hereditarie possidendam et Arnoldus dictis Neude predictis terre
predicte renunciavit promittens facere renunciare omnes qui terre predicte de iure renunciare te-
nentur promittens eciam warandiam facere Eghoni predicto ad opus dominum Reynaldi predicti super
terra predicta per annum et diem ut juris est adversus omnes juri comparere volentes et deponere
omne plegium quod voerplicht dicitur de eadem Nostrarum testimonio litterarum Datum anno domini Mº CCCº
quadragesimo octavo die septimo mensis aprilis
in het boek "Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegevene oorkonden, opgehelderd en bevestigd door Is. An. Nijhof, tweede deel.", uitgegeven 1833, op p.34, wordt deze oorkonde omschreven als:
"No. 32. Twee en een halve morgen lands op de Vliedert, onder Driel, geregtelijk opgedragen ten behoeve van Reinald hertog van Gelre. 7 april 1348.
Anno Domini M. CCC. quadragesimo octavo, die septimo mensis Aprilis.
De oorspronkelijke perkamenten brief, No. 670, is bezegeld door drie schepenen van Driel, in groene was."
---
Oorspronkelijk met 3 zegels, waarvan de eerste verloren is.
Theodericus, filius Godefridi, schepen in Dryel (Driel)
Gerardus filius Johannis Starken, schepen in Dryel (Driel)
beiden genoemd in collectie zegels, horen bij dit charter

Voorheen: Charterverzameling (0243), inv. 670
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, inv. 2398
08-05-1456. Schepenen: Brant Henrixsoen en Henrick die Bye Hermans soen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 2-7-2020.
bovenschrift: Rossem

marge: Den scoobeemt enen camp, 1456

Wij Brant Henrixsoen ende Henrick die Bye Hermans soen scepen in Driell
tugen dat voir ons komen is Jan van Rossem heren Jans soen ridders here tot Zoelen
ende heefft vercofft ende opgedragen voir dordalfhondert gouden gulden goet ende geve
die hij giede dat hem betailt sijn enen kamp lants in alsulcker groetten als
die mit recht gelegen is inden gericht van Rossem geheiten den Oversten
Schoobeemt tusschen die susteren van Sunte Marien Acker tot Rossem aen d'een sijde
nederwairts, ende Alaert vander Sloet aen d'ander sijde, streckende mitten enen eijnde
zuijtwairt op die erffgenamen Gerit Cloetssz Vrederick Aelberts soen ende erffenisse
des dekens ende capittels der kercken tot Rossem ende mitten anderen eijnde op die
Rossemsche ende Herwinensche gemeijn weteringe, off tuschen die gene die vanden voirss.
lande mit recht alomme lantgelegen sijn Dirck vander Eijck in enen eijgendom
sonder dijck ende sonder thijns erffelick te besitten. Ende Jan van Rossem here tot
Zoelen voirss. verteech op dit lant voirss. Hij geloeffde dair op doen te vertijen
alle die gene die dair op mit recht vertijen sullen. Hij geloeffde oick te waren
Dirck vander Eijck voirss. dit lant voirss. jaer ende dach als recht is tegen alle
die gene die ten recht komen willen. Ende alle voirplicht aff te doen vanden selven.
Ende hier aff soe is Jan van Rossem een wairborge. In orkonde onser litteren. Gegeven
int jair ons Heren M CCCC ses ende vijfftich des saterdaechs nae ons heren hemel-
vaerts dach.
hemelvaartdag = 6 mei
zaterdag na hemelvaartdag = 8 mei
Transfix.
Aanhangend: 28-10-1458
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 126v / s. 210)
06-01-1496. Verklaring van een aantal inwoners van Rossum dat hun overleden heer Johan van Rossem Goossensz. nooit schatting heeft betaald aan den landsheer van Gelre, en dat Johan van Rossem Johansz. dit ook nimmer gedaan heeft.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 1-7-2020.
Wij Henrick Jansz van Driell ende Egen de Bie Dirxsz scepen in Driell tugen dat voir ons comen sijn Jan Bakensz, Baken Lodewichsz, Jacop van Tiell, Gerit Jacopsz, Hermen Goessensz, Jan vanden Sloet, Jan vander Steghe, Gerit van Avezaet, Gerit Goersz ende Henrick Goersz gebrueders, Theeus Rutghersz, Henrick Weert ende Jan Weert ghebrueders Ende hebben bij hoere man waerheijt ende op hoer best nae allen hoeren vijffsinnen ghetught dat sij niet ghehoert en hebben binnen veertich jaren tot desen tegenwoirdigen dage toe dat Johan van Rossem Goessensz van Rossem hoeren joncheer saliger gedachten ije{?} schattinge gegeven heeft off van enigen heeren die tlant van Gelre regeert hebben geeijscht is ofte oeck die schout van Rossem schattinge gegeven heeft bij des alden Johans van Rossem voirsz. tijden Ende daer van pleech die schout voirsz. alst aen hem versocht worde van de schatmeijsters die schattinge uut den onwilligen te leveren mit sijns jonchers dachelixschen recht Dit is hoer getuijch dat sij voir ons scepen voirsz. getuijcht hebben ende beleest hebben en van auts ghehoert hebben van tijden hertoech Arnts saliger gedachten ende van alden heeren die sijnder tlant van Gelre regeert hebben en nie hoer leven anders ghehoert hebben dan als voirsz. steet Voert tugen wij scepen voirsz. dat dese guede mannen voirsz tuijchden als voirsz. steet dat sij niet ghehoert en hebben van hoeren leven dat Johan van Rossem Jansz schattinge gegeven heeft voir ofte nae die tijt dat Johan van Rossem Jansz voirsz. die dagelixsche heerlicheijt van Rossem beseten heeft mer is tot desen dage toe vanden heeren die tlant van Gelre regeert hebben off sijnen schout in alre maten voirsz. vrij ende onbelast ghebleven mer alsoe beseten als Johan van Rossem Goessensz van Rossem voirsz. beseten had sijn leven lanck. In orconden onser litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert sess ende tnegentich opte heiligen dartien dach
Met alleen nog een zwaar beschadigd eerste zegel.
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 789
29-06-1449. Schepenen: Broys Jans Byes soen en Henrick die Bye Hermans soen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 30-6-2020.
bovenschrift: Rossem

marge: Baven 2 gouden rijnsgulden 1449

Wij Broys Jans Byes soen ende Henrick die Bye Hermans soen scepen in Driell tugen
dat voir ons komen is Aert die Koster ende heefft vercofft ende opgedragen voir hondert
pont gever penninge die hij giede dat hem betailt sijn anderhalven mergen lants ge-
legen inden gericht van Rossem in die Westeringen tusschen Roeloff Baukens soen aen
d'een sijde westwairt ende Jan Hermans soen aen d'ander sijde Dirck vander Eijck mit
dijck die daer mit recht toebehoirt ende sonder thijns in enen eijgendom erffelick te
besitten. Ende Aert die Koster voirss. verteech op dit lant voirss. Hij geloeffde dair op
doen te vertijen alle die gene die dair op mit recht vertijen sullen. Hij geloeffde
oick te waren Dirck vander Eijck voirss. dit lant voirss. jair ende dach als recht is
tegen alle die gene die ten recht komen willen. Ende alle voirplicht aff te doen
vanden selven. Doe dit geschiet was doe gaff weder over Dirck vander Eijck voirss.
dit lant voirss. den voirss. Aert die Koster in enen erffelicken thijns te besitten voir
twee goude overlensche rijnsche gulden goet ende geve off ander goet payment in gelijcker
werde dair voir op Sente Baven dach naistcomende over een jair. Ende dair na voirt
alle jair voir twee gouden overlensche rijnsche gulden als voirss. sijn erffelix thijns
off payment dair voir als voirss. is jairlix op Sente Baven dach den voirss. Dirck
vander Eijck ewelick te betalen. Welcken thijns voirss. off hij alle jair opten ter-
mijn der betalinge voirss. nyet betailt en were, soe soude dair op dan wassen ende
gaen alle weken naistvolgende een peen van tween audeboddregeren welcken
peen tsamen mitten thijns voirss. die voirss. Dirck vander Eijck uyt den voirss.
lande sall mogen verhalen wanneer dat hij des nyet langer en sall willen
beijden. In oirkonde onser litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC ende
XLIX op Sunte Peter ende Sunte Pouwels dach der Heiliger Apostelen.
Sunte Peter en[de] Sunte Pouwels dach der Heiliger Apostelen = 29 juni
Sente Baven dach = 1 okt.
Transfix.
Aanhangend: 28-10-1458
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 127v / s. 212)
05-11-1337. Schepenen: Ghiselbertus filius Cristiani en Gerardus filius Theoderici
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-12-2019.
Universis presencia visuris Nos Ghiselbertus filius Cristiani et Gerardus filius Theoderici
scabini in Dryele notum facimus protestando quod constitutus coram nobis Goeswinus filis Wongardem
vendidit et optulit pro septuaginta libris? denariorum legalium eidem ut fatebatur persolutis uno et
dimidium jugera terre sitis? in palude jurisdictionis de Horwinen inter Hubertum filium Won-
gardis et Gerardum Holle de Nederijnen ex utroque? parte Arnoldo Helle filio Gerardi in allo-
dio sine censu et sine aggere hereditarie possidendam Et dictus Goeswinus huiusmodi terre re-
nunciavit promittens facere renunciare omnes qui dicte terre de jure renunciare tenentur Promit-
tens eciam warandiam facere dicto Arnoldo super dicta terra per annum et diem ut juris est
adversus omnes juri comparere volentes Et deponere omne plegium quod voirplicht dicitur de
eadem Inde est Cristianus filius Godefridi fideiussor Nostrarum testimonio litterarum Datum anno
domini Mº CCCº tricesimo septimo feria quarta post festum omni sanctorum
Marge: 1337
Datum: woensdag na allerheiligen (1 nov.)
om 's morgens <10 uur
Transfix.
Aanhangend: 29-09-1353
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 120v / s. 202)
27-01-1533. Schepenen: Egen Dirck Arrisz, Hermen de Bie, Jacop van Lith, Aert Lambertsz, mgr. Jan Sterck, Egen Dirck Gijsbertsz, Egen [de] Gier en Arnt die Cock
Ingevoerd of laatste wijziging op: 23-12-2019.
Nae aenspraick Egonis Kuijck in Herman van Geijsteren/Geisstel?
Ruerende goet dair Kuijck inne gerechticht zude
zijn ex parte uxoris ende nae antwoert Hermens
voersz. wijsen wij scepenen Egen van Cuijck
in Hermen van Gestells? goet zoe diep Ege voirsz ex
parte uxoris dair inne bestorven Ind nae den lantrecht
dair he gerechticht is Ind? dat ter tijt

Juridica aº XXXIII den XXVII Januarij Egen Dirck
Arrisz Hermen de Bie Jacop van Lith Aert Lambertsz
mgr. Jan Sterck Egen Dirck Gijsbertsz Egen Gier Arnt die
Cock
Dit is een klad tekst in ORA Driel, inv. 44. Plaatselijk lastig leesbaar en er is in gekrast.
Bron: Overigen
07-04-1480. Het dorp Driel sluit een erfrente af, onder vermelding van veel (alle?) functionarissen, zoals de schepenen in Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-4-2019.
Notum sit universis quod cum Alardus van Drijel Otto van Drijel Ego
Egonsz Theodericus Jansz vanden Ouden Hoernick, Theodericus die Ghyer, Johannes
Spierinck Henricus Ghijsbrechtsz et Johannes Buck Dircxsz tamquam scabini ...
Bron: Bossche Protocollen, inv. 1259, f. 147v, datum 17-04-1490. Aanvankelijk leek deze akte daarom uit 1490, maar in inv. 1336 f. 69v staat de werkelijke datum.
Een dergelijke tekst staat ook inv. 1265, f. 92v. Daarin staan dezelfde schepenen, maar de tweede helft is anders.
Deze tekst is geen schepenakte, maar de vermelding van 8 schepenen rechtvaardigt deze opname.
Bron: Overigen
01-01-1488. Peter van den Poll Aertsz en Jielis Heynricxsz schepenen in Driel oorkonden dat Jacop Scoercap Jacopsz en Aert Willemsz als man van Jacops zuster Katharijna voor 50 goudgld. de doorgestoken brief hebben verkocht aan Dirck Engbertsz.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 25-3-2019.
marge: transfix brieff opten principalen brieff

Wij Peter vanden Poll Aertss. ende Jielis Heijnricxss. schepenen in Driell
tugen dat voer ons comen sijn Jacop Scoercap Jacopss. ende Aert
Willemss. als wittafftige man ende mombaer sijns wijffs Kathrij-
na suster Jacops voirz. ende hebben vercoft ende opgedragen voer
vijfftich gouden gulden goet ende gheve die zij gieden dat hen betaelt
zijn die brieve dair deess tegenwoerdigen brieff doirsteken is ende
allet tgehoudt der brieve als daer in geschreven steet Dirck Engberts
erffelick the besitten ende Jacop Scoercap voirz. ende Aert Willemss.
als mombaer zijns wijffs voirz. vertegen op die brieve ende op tge-
houdt der brieve voirz. sij gelooffden daer op doen the verthijen
alle die ghene die van hoerre wegen daer op myt recht vertijen
zullen sij gelooffden oick the waeren van hoerre wegen Dirck Eng-
bertz. voirss. die brieve ende tgehoudt der brieve voirss. jair
ende dach als recht is tegen alle die ghene die then recht comen
willen ende van hoere wegen alle voirplicht aff the doen vanden selven.
In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren duysent vier hondert
acht ende tachtentich opten jaersdach.
datering: de jaersdag = 1 januari
Transfix.
Hangt aan: 04-04-1486
Aanhangend: 28-01-1495
Bron: Heilige Geesttafel te Driel, Cartularium (f. 2)
04-04-1486. Alart van Driell en Herman die Bye Harmenssoin schepenen in Driel oorkonden dat Ghijsbert van den Poll en Peter Hanricxsz voor 50 goudgld. de doorgestoken brief hebben verkocht aan Jacop Scoercap Jacopssoin en Aert Willemsz.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 25-3-2019.
marge: transfix brieff opten principalen brieff

Wij Alart van Driell ende Herman die Bye Harmens soin scepenen
in Driell tugen dat voer ons comen is sijn Ghijsbert van den Poll
ende Peter Hanricxss. ende hebben vercoft ende opgedraghen
voer vijfftich gouden gulden goet ende geve die sij gieden dat hem
betaelt zijn die brieve daer deess tegenwoerdigen brieff doer-
steken is ende allet tgehoudt der brieve als daer in geschreven
steet alsoe verre als sij elcx daer toe gerechticht sijn Jacop
Scoercap Jacopssoin ende Aert Willemss. erffelick the besitten
ende Ghijsbert vanden Poll ende Peter Henricxss. voirz. vertegen
op die brieve ende op tgehoudt der brieve voirz. sij geloiffden
daer op the doen verthijen alle die ghene die van horentwegen
daer op myt recht verthijen zullen sij gelooffden oick the waeren
ban hoire wegen Jacop Scoercap ende Aert Willemz. voirz.
die brieve ende 't gehoudt der brieve voirss. jair ende dach als
recht is tegen alle die gene die then rechte comen willen ende
van hoere wegen alle voirplicht aff the doen vanden selven.
In oirconde onser litteren. Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert
sess ende tachtentich des dincxdachs nae beloken paeschdach.
datering: beloken pasen = de zondag na pasen = 2 april in 1486, dus de dinsdag daarna was op 4 april
Transfix.
Hangt aan: 11-11-1466
Aanhangend: 01-01-1488
Bron: Heilige Geesttafel te Driel, Cartularium (f. 1v)
11-11-1466. Bauken die Sterck Janssoin en Gherit Sanderssoin schepenen in Driel oorkonden dat Dirck Jan Godertsz soin voor 50 goudgld. de doorgestoken brief heeft verkocht aan Broeys Jans Byeszsoin t.b.v. Jan Scoercap Jacopsz.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 25-3-2019.
marge: transfix brieff opten principalen brieff

Wij Bauken die Sterck Janssoin ende Gherit Sanderssoin scepenen
in Driell tugen dat voer ons comen is Dirck Jan Godertss soin
ende heeft vercoft ende opgedragen voer vijfftich gouden gulden
goet ende gheve die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer
deesen tegenwoerdigen brieff doersteken is ende allet ingehalt
des breffs als daer in geschreven steet Broeys Jans Byessoin tot
behoeff Jan Scoercap Jacopss. erffelicken the besitten ende Dirck
Jans soin voirz. verteech opten brieff ende opt tgehout des
brieffs voirz. hij geloeffde daer op the doen verthijen alle die
gheene die van sijnre wegen daer op met recht verthijen zullen
hij geloeffde oick te waren van zhinre wegen Broeis voirz.
tot behoeff Jan Scoercaps voirz. den brieff ende tgehout des brieffs
voirz. jair ende dach als recht is tegen alle die gene die then
recht comen willen ende van sijnre wegen alle voirplicht aff
the doen vanden zelven. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer
ons Heren M CCCC sess ende tsestich op Sunte Mertens dach inden wijnter.
datering: st. Mertensdag inde winter = 11 november
Transfix.
Hangt aan: 31-05-1450
Aanhangend: 04-04-1486
Bron: Heilige Geesttafel te Driel, Cartularium (f. 1v)
31-05-1450. Brant Henricksz en Hanrick die Bie Hermansz schepenen in Driel oorkonden dat Peter van Tuyll Geritsz voor 100 pond huis en hofstad heeft verkocht te Driel op de Ham tussen Z. verkoper en verder straten rondom, aan Dirck Jan Goertsz soin, die het voor vier gouden Arnoldus Arnhemse gld. uit 1438 per jaar weer in thijns aan de verkoper heeft teruggegeven.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 25-3-2019.
Wij Brant Henrickss. ende Hanrick die Bie Hermanss. scepen
in Driell tugen dat voer ons comen is Peter van Tuyll Geritss. ende
heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pnt gever penninge
die hij giede dat hem betaelt sijn een hoffstadt mitten huyse ende
alle der hoffstadt toebehoerten in alsulcker groeten als die met
recht gelegen is inden gericht van Driell opten Ham tussen Peter
van Tuyll voirss. aen d'een sijde zuytwarts ende die gemeijn straten
voert all omme Dirck Jan Geertss soin in eenen eijgendomme sonder dijck
ende sonder thijnt erffelicken the besitten ende Peter van Tuyl voirz.
verteech op die hoffstadt mitten huyse ende toebehoerte voirz.
hij gelooffde daer op the doen verthijen alle die gene die mitt
recht daer op verthijen zullen hij gelooffde oick the waeren Dirck
Jan Geertssoin voirss. die hoffstadt mitten huyse ende toebehoerten
voirss. jair ende dach als recht is tegen alle die gene die then recht
komen willen ende alle voirplicht aff the doen vanden zelven.
Doen dit geschiet was doen gaff weder over Dirck voirz. deese
voirss. hoffstadt mitten huyse ende thoe behoerten voirz. den voirz.
Peter van Tuyll in eenen erffelicken thijns the besitten voer vier
gouden Arnoldus Aernemse gulden gemaect int jair ons Heren MCCCC
ende vier ende dartich goet ende geve off ander goet payment in ge-
lijker weerde daer voir opten pynxdach naestcomende ende daer nae
voert alle jair voer vier gouden Arnoldus Aernems gulden soe voirz.
sijn erffelicx thijns off payment daer voer als voirss. is jairlix opten
pinxdach den voirz. Dirck Jans soin euwelicken the betalen welcke
thijns voirss. off hij alle jair opten termijn der betalinge voirz. nyet
betaelt en weere soe zoude daer op dan wassen ende gaen alle weken
naestvolgende eenen peene van eenre goeder Vlemser plack welcken
peen tsamen mitten thijns voirz. Dirck Jans soin voirz. uyter voirz.
hoffstadt huys ende toebehoerte sall mogen verhalen wanneer
dat hij's nyet langer en sall willen beijden. In oirconde onser litteren.
Gegeven int jair ons Heeren M CCCC ende vijfftich opten Heijligen
beloken pinxtdach.
datering: beloken pinxtdach = trinitatis = de 8e zondag na pasen, en was op 31 mei in 1450
Transfix.
Aanhangend: 11-11-1466
Bron: Heilige Geesttafel te Driel, Cartularium (f. 1)
23-12-1501. Johan van Rossem en Henrick Jansz van Dryell schepenen in Dryell oorkonden dat Everit van Doern Hubertsz de Heerlairsche tiende te Rossem in erfpacht heeft gegeven aan Ot van Dryell t.b.v. het zusterhuis van sunte Marien te Rossem, m.i.v. kerstdag. Zijn vader Hubert en zijn broer Hendrick van Doern zijn hier van borgen.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 10-3-2019.
Wij Johan van Rossem ende Henrick Janss. van Dryell scepen in Dryell tugen dat voir ons comen is Everit van Doern Hubertss. ende heeft
verhuert ende uytgegeven een thiende mit allen hueren rechten toebehoren leech ende hoech geliick als sij van outs hertoe op datum deses tegenwoirdigens bryefs
Everit van Doern voorss. ende sijn voer vaderen gebruyckt hebben gelegen inden gericht ende kerspell van Rossem geheiten die Heerlairsche tyende Ot van Dryell
tot behoeff des susterhuys van sunte Marien acker gelegen inden dorpe ende gericht van Rossem voorss, als tot behoeff der susteren des huyss voorss. in eenre jaerlicxsche erhueren
te besitten opten korsdach naestcomende ende dair nae voirt alle jaer eweliicken daer naestvolgende elcx sjaers der jaeren voorss. voer enen gulden ouden suartten jaerlicx
opten korsdach voorss. den voorss. Everit van Doern eweliicken the betalen voer huere der Herlairscher thiende voorss. ende Everit van Doern voorss. geloefde Otte van
Dryel tot behoeff der susteren des huys voorss. die Heerlairsche thiende voorss. mit allen hoeren recht toebehoerende leech ende hoech voorss. eweliicken alle dese voorss. jaeren
lanck the waren tegen allen den genen die daer aff then recht comen willen voer die huer des voorss. oude zwartten ende allen voirplicht aff the doen van
allen den selven ende hier aff soe sijn Hubert van Doern vader Everits van Doern voorss. ende Henrick van Doern brueder Huberts voorss. waerborghen ongeschei-
den. Oeck bekende Everit van Doern voorss. die huere des ouden zwartten voorss. alle dese jaren voorss. hem vol ende al den leste penninck mitten eersten wael betaelt
the sijn then ewigen dagen vanden susteren des susterhuys voorss. met alsulcken voerwaerden toegedaen oft saeck weer dat Everit van Doern voorss. gene on-
betaelden aen handen der susteren des susterhuys voorss. in hoer vrij seker behalt tot Rossem int cloester sonder eenich gelt onder eenighe scepens tot hoirre
behoeff te leggen op eenigen korsdach een hondert gouwen overlensche gulden goet van goude ende gerechte van gewichte off ander goet payment in gelijc-
ker weerden nae valuatien des ertshertogen Philips van Oestenrijck gelijck als curs? heeft ende genber is op datum desen tegenwoirdigen bryefs bynnen der
stat sHertogenbosch ende daer toe geve ende betaelde totten voorss. eenhondert gouwen overlensche rijnsche gulden als voorss. is twehondert gouwen overlensche
rijnsche gulden goet ende geve off ander goet payment dair voir in geliicken weerden ops sunte Peters ad cathedram nae den voorss. korsdach daernaestvol-
gende aen handen der voorss. susteren des susterhuys in hoer vrij seker behalt als voorss. is nae ingehout eens scepens bryefs die ick Everit van Doern
gegeven heb Otten van Dryel tot behoeff des susteren des huys voorss. die ick Everit voorss. in mijn behout heb soe sal desen tegenwoirdigen bryeff doot ende
quijt sijn ende nyet meer van eenigen machte off weerden the sijn ende die thiende daer mede geloeft the sijn met voerwaerde dat Everit voorss. den
susteren des susterhuys voorss. dat yerst altijt een vierdel jaers te voerens voerden voorss. korsdacg dat the kennen geven ende op seggen sall als hij
die drye hondert gouwen rijnsche gulden voorss. geven ende betalen will aen handen der voorss. susteren gelijck als al voorss. steet dese geloeften ende
voirwaerden heeft Ot van Dryell ontfangen in alre manyeren gelijck dat al voorss. steet tot behoeff der susteren des susterhuys voorss. die super
scripti voorss. loven wij goet. In orconde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een des donredages nae sunte Thomaes dach.

keerzijde
Dit is den brief van die Herlaersse tiende
die systeren van Rossem van den tiende
van Hubert van Doern.
Met de geschonden zegels van de oorkonders (1. als Rossem; 2. dubbele adelaar, Rs. Henrici ...... Looi).
Regest uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56 + gegevens van Spaen.

datering: St. Thomas = 21 december. In 1501 was dat een dinsdag. De donderdag daarna is dus 23 december.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1904
25-11-1515. Akten van pachterkenning door Arien Noest, successievelijk Arnt Henrickszone, van een stuk land in de Luttel Eng te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-2-2019.
Wij Art Jansz van Hincxstum ende Hermen die Bie Hermensz. scepen in Driel tughen
dat Dirck Goessensz. als saeckwout ende Henrick Goessensoen als borgen hebben geloeft
heer Arien Noest tot behoeff des abts priors ende ghemeijnen convents van sunte
Pauwels t'Uyttrecht enen gouwen leeuwe off XLIIII nijer brabantscher
stuver voer den leeu voorsz. goet ende geve off ander goet payment daer voir inge-
lijcker weerden op sunte Lamberts dach naestcomende ende negen ende veertich
jaer lanck daer naestvolgennde elcx jaers der jaren voorss. enen gouwen leeuwe
als voorss. steet off payment dair voir als voorss. is den voorss. heer Arien Noest tot
behoeff des abts priors ende convents voorss. op Sunte Lamberts dach tot onsen lantrecht
the betalen van lanthuer lant dat gelegen is inden gericht van Driel in
den Luttel Engh. In orconde onser letteren gegeven int jaer ons Heren dusent
vijffhondert ende vijfftien op Sunte Katherinen dach joffer
datering: Katharina Jonkvrouw = 25-nov.
Zie ook op 14 juli 1563.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 297
27-03-1357. Schepenen: Johannes filius Johannis Verwini/Berwini? en Goeswinus Storm
Ingevoerd of laatste wijziging op: 2-2-2019.
Universis presencia visuris Nos Johannes filius Johannis Verwini/Berwini? et Goeswinus Storm scabini in
Drijell notum facimus protestantes quod veniens coram nobis Goeswinus dictus Wolff filius Johannis
vendidit et optulit pro centum librarum denariorum legalium eidem ut fatebatur persolutis duo jugera terre
sitis in jurisdictione de Oensll super novam pascuam inter Goeswinum predictum et heredes Wilhelmi
de Nuwelant Walteri Domino Goeswino Storm presbytero in allodio sine censu et aggere hereditarie pos-
sidendam Et dictus Goeswinus Wolff dicte terre renunciavit promittens facere renunciare omnes qui dicte
terre de jure renunciare tenentur Promittens eciam warandiam facere dicto domino Goeswino super
dicta terra per annum et diem ut juris est adversus omnes juri comparere volentes Et deponere omne
plegium quod voirplicht dicitur de eadem Inde est Goeswinus de Arkell fideiussor Quo facto
domunis Goeswinus predictus reddidit terram predictam Goeswino Wolff predicto in annuo et hereditario
censu possidendam? pro quatuor libra.... annui hereditarij census denarium legalium grosso regis Turoniense
pro sedecim denariorum? computato aut alio bono pagamento in valore equali singulis annis In die
beati Petri apostoli ad cathedram domino Goeswino predicto perpetue persolvendam Qui? census si quolibet
anno in dicto termino solutus non fuerit extunc pena duorum? solidorum? denariorum dicte monete omni
die dicto censui supercrescet Quam penam una cum censu prefato dominus Goeswinus sepedictis? ex terra
prenotata potest recuperare ipsi diucius noluerit exspectare Nostrarum testimonio litterarum Datum
anno domini Mº CCCº quinquagesimo septimo feria secunda post annunciationem beate Marie virginis
Datum: maandag na 25 maart 1357.
Transfix.
Aanhangend: 18-11-1376
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 66 / s. 106)
25-12-1528. Gerefaes van Driel verkoopt het dagelijks schoutambt van Driel aan Willem van Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-1-2019.
Egen Dirck Arisz, Egen Dirck Ghijsbertsz, quod Gerefaes van Drijell vendidit et obtulit het dagelijcxe schout ampt, ende heeft gelooft the waren opden derden penninck, vuijtgescheijden het sestedeel, dat gelooft hij to waren opden derden penninck ende dijes sall hij hantreijcken een hantschrift van heer Goossen van Drijell, Willem van Drijell. Ende volchden immediate nae dije vsz. acte noch een ander, tusschen dselvige parthijen, ende voor deselve schepenen gepasseert, int eijnde vanden welcke stonde Actum anno XXVIII opden heijligen korsdach
Bron: afschrift in ORA Driel, inv. 973, folio 260v
Bron: Overigen
10-09-1567. Akten van pachterkenning door Arien Arienszone en [Steins] Corneliszone van hofsteden ten zuiden van de Cromstege te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 12-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons comen is
Arien Ariensz ende heeft geloeft den eerweerdigen heren heer Dirrick Loij Arntsz kellenaer
der abdien van Sunt Pauwels binnen Utrecht tot behoiff des abts ende abdien voirsz.
twee gulden elcken gulden voir twintich stuver Brab. geevalueert ende eenen volwasschen
cappuyn ofte twee der voirsz. s..... dair voir op Sunt Lamberts dach anno achtendesestich
ende dair nae noch seven iaren aen malcanderen geduerende alle iaer ...
... etc, etc ...
... Ende dit voir tghebruijck van eenre hoffstat die Dirrick Thomasz
te gebruijcken plach inden gerichte van Driel gelegen then zuijden aen die Cromstege ende voirt
die abt vursz. rontsomme naest gelegen mit voirwaerden toegedaen dat Arien voirsz. ...
.. etc, etc ...
Inne oirkonden onser letteren gegeven Inne den iaere ons heren duijsent vijffhondert sovenende
sestich opten thienden dach tsmaentz september
Met 2 beschadigde zegels.
Inventarisnummers 313 en 314 worden onterecht gezamenlijk in 1 regest vermeld.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 313
10-09-1567. Akte van pachterkennning door Jasper Peterszone van een hofstede achter in het Molenstraatje te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 12-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepen in Driell tugen dat voir ons comen is Jaspar Petersz
ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren heer Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van sunt Pauwels
binnen Utrecht tot behoif des abts ende abdien voirsz. vijf carolus gulden elcken gulden voir twintich stuver
Brab. geevalueert gerekent op sunte Lamberts dach .... etc ...
.... ende dat voir tgebruijck van eene hofstat inden gerichte van Driell gelegen mitten
eenen einde aen den dijck streckende after aen t’moelen straetken Then zuijden Frans Jansz ende der abdien
goet voirsz then noirden gelegen ....
....
...... Inne oirkonden onser
letteren gegeven in den iaer ons heren duijsent vijfhondert seven ende sestich opten thiensten dach tsmaents septembris
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 319
10-09-1567. Akte van pachterkenning door Jan Bock van een woning en jonge aanplant aan de Rhoden te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 12-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tugen dat voir ons comen is Jan Bock
ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van sunt
Pauwels binnen Utrecht tot behoif des abts ende abdien voirsz. eenen carolus gulden voir twintich
stuver Brab. geevalueert den gulden gherekent op Sunt Marten in november anno achtendesestich ende
daer nae noch darthien jaeren aen malcander geduerende alle iaer eenen gulden ghelijck voirsz. staet op
Sunt Martens dach tot onsen lantrecht te betalen Ende dat voir tgebruijck van een gheseeth mit potinge
inden gerichte van Driell aenden Rhoden gelegen zoe Arien Cornelisz dat te gebruijcken plach mit voirwairden
dat Jan Bock voirsz. die voirsz. hoffstat verbeteren ende niet verargeren en sal ...
... etc, etc ...
... Inne oirkonden onsen letteren gegeven inne den jaers ins heren duijsent vijffhondert seven ende sestich
opten thienden dach tsmaentz september
Met het zegel van Johan Geritsz.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 320
10-09-1567. Akte van pachterkenning door Lambert Loij Arntszone van een morgen land in de 's- Grevenweide te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 12-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons comen is Lambert Loij Arntsz
ende heeft geloeft heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van Sunt Pauwels binnen Utrecht tot behoiff
des abts ende abdien voirsz. sess carolus gulden jairlix elcken gulden voir twintich stuver Brab. geevalueert
gerekent, ende thien der voirsz. stuveren, waer aff den iersten termijn verschinen sal op Sant Marten in november
anno achtendesestich ende daer nae noch seven iaeren aen een volgende op alle Sant Marten in november sess carolus
gulden ende thien stuver als voirsz. jairlix tot onsen lantrecht te betalen als voer die huere van eenen mergen
lants inden gerichte van Driel in Sghreven weij gelegen Ende off Lambert voirsz. op alle Sant Marten voirsz.
jairlix niet en betaelde, ofte op alle korsdagen daer naestvolgende, zoe is Lambert voirsz. vervallen tot behoiff des
abts ende conventz voirsz. van die bruijckweere des naevolgende iaers ende effen wael die pachten te betalen
van beijde jaeren ...
.... etc ....
... Inne den iaer ons heren duijsent vijffhondert sevenendesestich opten thiende dach
tsmaentz september
Met beide zegels, waarvan die van Johan flink beschadigd.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 318
10-09-1567. Akte van pachterkenning door Marten Claeszone van een hofstede aan de dijk te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 11-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driel tuijgen dat voir ons comen is Marten Claesz ende
heeft geloeft den eerweerdigen heren heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van Sunt Pauwels
binnen Utrecht tot behoiff des abts ende abdien vursz. eenen carolus gulden voir twintich stuver Brab.
geevalueert gerekent den gulden op Sunt Lamberts dach anno achtendesestich ende daer naee twee ende twin-
tich jaeren aen malcanderen geduerendealle iaer eenen gulden gelijck voirsz. staet op Sunt Lamberts dach
tot onsen lantrechtte betalen Ende dat voir tghebruijck van eenre hofstat mit potinge inden gericht van
Driel aenden dijck gelegen naestgelegen then zuijden then noirden ende then westen der abdien ....? voirsz.
welcke hoffstat Henrick Hubertsz plach the gebruijcken mit voirwaerden dat Marten voirsz. die voirsz. hoff-
stat verbeteren ende niet verargeren en sal ende generleij potinge daer aff trecken en sal ...
.... etc ...
.... Inne oirkonden onser letteren gegeven inne den iaer ons
heren duijsent vijffhondert sevenendesestich opten thienden dach tsmaentz september
Met beide zegels.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 315
10-09-1567. Akten van pachterkenning door Arien Arienszone en [Steins] Corneliszone van hofsteden ten zuiden van de Cromstege te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 11-1-2019.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons comen is Steijns
Cornelisz ende heeft geloeft den eerweerdigen heren heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van
Sunt Pauwels binnen Utrecht tot behoiff des abts ende abdien voirsz. vijffendedartich stuver Bra-
bants geevalueert op Sant Lamberts dach naestcomende ende daer nae noch vierthien jaeren aen malcanderen
geduerende alle iaer vijffendedartich stuver ghelijck voirsz. staen op Sunt Lamberts dach tot onsen lantrecht
te betalen ende dit voir tghebruijck van eene hoffstadt die Arien Bakensz in hueren plach te hebben
naestgelegen then zuijden die Cromstege ende voirt den abt voirsz. rontsomme Mit voirwaerden dat
Seintz {sic} voirsz die voirsz. hoffstat verbeteren ende niet verargeren en sal ...
... etc .... zoe sal Steins voirg.
den dorren boom vuijt mogen werpen ende in de plaetz van dieen eenen wasselicken ende beteren boom
leveren Ende Steins voirg. geloefden oick mede die hoffstat voirg. niet te versetten noch te verstellen
buijten wyl ende consent des abts ende conventz voirsz. ...
... etc, etc .....
.... Inne oirkonden onser letteren gegeven Inne den iaer ons heren duijsent vijfhondert seven
ende sestich opten thienden dach tsmaentz september
Zware beschadiging in de rechterboven hoek.
Met 2 beschadigde zegels.
Inventarisnummers 313 en 314 worden onterecht gezamenlijk in 1 regest vermeld.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 314
14-07-1563. Akte van pachterkenning door Jan van Lith Jacobszone van vijf hond land te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-1-2019.
Wij Egen Egensz ende Lambert Loij Artsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons gecomen is Johan van Lith Jacopsz
ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren Geraert vander Nijekerck abt des convents van Sunt Pauwels
binnen Utrecht twee Phls. gulden elcken gul. voirsz. voir vijffendetwintich stuver Brab. geevalueert gherekent
op Sunt Mertens dach in november alsmen sal schriven duijsent vijffhondert sesendesestich ende dair nae noch
negen iaeren achtereen geduerende alle iaer twee Phls. gul. ghelijck voirsz. staen tot onsen lantrecht te betalen
Ende dit voir idt ghebruijck van vijff hont lantz zoe groet ende cleine die gelegen zijn in den gericht van
Driell op die Worden zoe hij Johan voirsz. nu tegenwoirdich ghebruijckt ende oick naestlantgelegen is zuijdtwaert ende
Sterck Aertsz noirdwairt off zoe wie met recht all omme naest den voirsz. lande gelegen mach sijn ....
.... etc, etc ...
.... In oirkonde onser letteren gegeven int
iaer ons heeren duijsent vijffhondert drieedesestich opten vierthiensten dach der maent julij
Met beide zegels.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 312
14-07-1563. Akte van pachterkenning door Henrick Arienszone van 14 hond land in "Die cleyn Ypperackeren" te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-1-2019.
Wij Egen Egensz ende Lambert Loij Artsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons gecomen is
Henrick Ariensz ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren Gerardt vander Nijekerck abt
des convents van Pauwels binnen Utrecht seventhien carolus gul. elcken gul. voirsz.
voir twintich stuver Brab. geevalueert gherekent op Sint Martens dach in november
alsmen sal schriven duijsent vijffhondert vierendetsestich ende dair nae noch negen jaeren achter
een geduerende alle iaer seventhien carolus gul. ghelijck voirsz. staen op Sunte Martens dach
in novemb. tot onsen lantrecht te betalen Ende dit voir idt gebruick van vierthien hont
lants gelegen in den gerichte van Drijell in die Clein Ypperackeren ....
... ende Arien Artsz zijnen vader zelige die laestmael in hueren gehadt heeft ...
... etc ...
.... Int jaer ons heeren duijsent vijffhondert drieendesestich opten
vierthiensten dach julij
Met zegel van Lambert.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 309
14-07-1563. Akte van pachterkenning door Geertken, weduwe van Claes Reyerszone, van de kamp land "Bartrumpscamp" te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-1-2019.
Wij Egen Egensz ende Lambert Loij Artsz scepenen in Driel tuijgen dat voir ons gecomen is Geertken
wedue Claes Reijersz zelige met oiren gecoren mombair ende heeft gelooft den eerweerdigen
heeren Geraert vander Nijekerck abt des convents van Sunte Pauwels binnen Utrecht
negen ende twintich carolus gulden elcken gul. voir twintich stuver Brab. geevalueert
gherekent op Sunt Martens dach in november alsmen sal schriven duijsent vijffhondert
vyerendesestich ende dair nae noch negen iaeren achtereen gheduerende alle iaer negen ende
twintich carolus ghelijck voirsz. staen op Sunte Mertens dach in novemb. tot onsen lantrecht
te betalen Ende dit voir idt ghebruick van eenen camp lantz gelegen in den gericht van
Driel genoempt Bartrumps camp alzoo Claes Reijersz zelige die laestmael in hueren
gehadt heeft ....
... etc, etc ...
... In oirkonde onsen letteren gegeven int jaer ons heeren duijsent vijf
hondert drieende sestich opten vierthiensten dach julij
Zegels af
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 311
14-05-1563. Akte van pachterkenning door Arien Arienszone namens Johan Arntszone van het proosdijhuis met hof en zaailand te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 8-1-2019.
Wij Johan Geritsz ende Dirrick Egen Andriesz scepen in Driell tuijgen dat voir ons comen is
Arien Ariensz van Haeften ende heeft geloift Johan Arntsz tot behoiff den eerweerdigen heeren heeren
Gerardt vander Nijekerck abdt des abdien van Sunt Pauwelz binnen Utrecht tot sijnen behoiff ende
tot behoiff der abdien voirsz. vierendedartich carolus gulden, ...
voir tghebruijck der proestdien huijs ende hoff mitten seijlande dair aen gelegen mit voirwairden
dat Arien voirsz. die heininge teinden sijn iaeren sal laten in sulcken vuegen als hij die vonden heeft
ende die eeschen ende willigen knoten te weeten dat hij .... etc ...
... ende oick sal Arien tvoirsz. huijs dicht van dack halden buijten schade des abts
ende abdien voirsz. Oick is hier inne bescheiden dat Arien voirsz. den voirsz. hoff sal verbeteren ...
.... Ende Arien geloeffden oick mede tvoirsz. huijs ende hoff mitten lande dair aen
gelegen niet te versetten ...
... etc ....
... Ende Jan Arntsz
als rentmeister inder tijt des abts ende convents voirsz. geloeffden van weegen den abt ende convent
voirsz. die voirsz. thien jaeren die huer van rechts weegen te waren ende off Arien ontwairt worden die
ontwaringe sal staen ter discretie van vier goeder mannen aen elkce sijde twee ...
.. etc ...
... Inne oirkonden onser letteren gegeven inne den iaers ons heren duijsent vijfhondert drieende
sestich opten vierthiensten dach tsmaentz meij
Zegels af.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 310
15-09-1533. Akte van in tijnsgeving aan Jacob die Haes Aertszone van een hofstede tussen de Maas en tot op de dijk te Driel. Concept
Ingevoerd of laatste wijziging op: 8-1-2019.
Wij Herman die Bije ende Jacop die Cock scepen in Driell tugen dat voer ons comen is heer Gerit Elbertsz vander Nijekerck conventuaell priester ende kellenaer dess convents ende abdien van Sunte Pauwels binnen Utrecht volmechtich dess abdts ende gemeijn convents nae vermoegen eens volmechtich brieffs besegelt met dess convents segell den welcken wij scepenen vsz. gesien ende gelesen hebben endeheeft uijtgegeven in enen erffliken thijs voer twe gouden Phs. gulden goet van goude gerecht ende swaer van gewicht off ander goet gevalueert Boergoens paijment ... etc... een geseet gelegen inden gericht van Driell met timmeringe heindinge ende poetinge soe dat zellige Aert die Haes ende Jan Reijersz in hueren beseten hebben gelegen tussen dess abdts voerg. erffenisse zuitwaert ende noertwaert streckende tot den oever toe vanden Maesen met den enen eijnde ende met den anderen eijnde aen ende op den dijck met den dieck daer tegen gelegen Soe breet die voersz. hoffstat is, Jacop die Haes Aertsz van welcken erffthijns den yersten pacht aff verschinen sall op Sunte Lamberts dach ...
... etc, etc ....
Anno etc XXXIII op die octavis nativitatis Marie den XV dach septembris.

Op de achterzijde (eigenlijk de omslag) staat gekrabbeld:
Predicti qd Jacop vsz. gelooft Jan die Sterck tot behoeff sijnen
suster als dat hij sijn suster dat vsz. goet halff sall ..at... ...olgen
doch dat sij mede betalen sall quo supra {1}
1. "als boven", dus datum als de akte.
Deze concept tekst is op gewoon papier geschreven, niet op perkament, en onbezegeld.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 305
13-07-1563. Akten van pachterkenning door Loyck Gijsbertszone, successievelijk Jan Bartenszone van negen morgen land "De Monnikshof" en twee morgen land "Op den Ham" te Driel, 1533, 1563.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-1-2019.
Wij Egen Egensz ende Lambert Loij Artsz scepen in Driell tuygen dat voir ons comen is Jan
Bartensz ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren Geraert vander Nijekerck abt des convents van
Sunte Pauwels binnen Utrecht vijftich Philippus gul. elcken gul. voirsz. voir vijfendetwintich stuver
Brab. geevalueert gherekent op Sunt Mertens dach in novembris alsmen sal schriven duysent vijffhondert
vijfende sestich ende daer nae noch negen iaeren achtereen geduerende alle iaer vijftich Phls. gul. ghelijck voirsz.
staen op Sunt Mertens dach in novembris tot onsen lantrecht te betalen Ende dit voir idt ghebruijck
van negen mergen lantz in alsulcker groitten die gelegen zijn in den gerichte van Driel ter plaetsen genaempt
Monninckx hoeve ende noch van twee mergen in den selve gerichte gelegen opten Ham Ende off Jan
Barten vursz. op alle Sant Merten daghe voirsz. niet en betailde ofte op alle heijlighe korsdaghe
dair naistvolgende zoe sall Jan Bartensz voirsz. vervallen weesen vander hueren ...
... etc ...
Die superscriptie Driell loven wij goet In oirkonde onser letteren gegeven int iaer ons heeren duijsent
vijfhondert drieedesestich opten darthiensten dach julij
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 303
11-08-1533. Akten van pachterkenning door Loyck Gijsbertszone, successievelijk Jan Bartenszone van negen morgen land "De Monnikshof" en twee morgen land "Op den Ham" te Driel, 1533, 1563.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-1-2019.
Wij Hermen die Bie ind Jacop die Cock schepen in Driell tuijgen dat voir ons gecomen is Loich Gisbertsz
ind heeft geloeft heren Gerit vander Nijekerck priester ind conventuaell ind kelner des conventz ind abdie van Sant
Pauwels binnen Utrecht sesindtwintich Phus. gulden of valoir dair voir dairmen tUtrecht enen Phus gulden
mede betaelen mach Sant Merten tocomende alsmen schrijft vifinddartich ind negen jair dair nae op alle Sant
Marten in novembris sessindtwintich Phus gulden vursz. jairlix to betaelen als vander huyre van negen mergen
lantz soe groet ind cleyn die gelegen sijn tot Driell gnampt Monnickxhoiff ind desgelijx van twe mergen opten Ham
tot Driell ind off Loich vursz. op alle Sant Marten vursz. jairlix nyet en betaelden off op alle korsdach dair
naestvolgende soe in Loich vursz. vervallen tot behoiff des abtz ind conventz vursz. van die bruyckweer des
naistvolgende jairs ind is evenwael die pachten the betaelen ...
.... etc ...
.... In oirkont onss litteren Gegeven inden jair ons heren duysent
vifhondert drieinddartich des anderen daiges nae Sant Lauwrens to weten die rasuyren Sant Marten tocomende
ind Marten in novembri sesindtwintich Geschiet ind gegeven als boven
Zie ook op 13-7-1563.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 302
15-09-1533. Akte van pachterkenning door Loyck Gijsbertszone, Jan, Rutger, Evert en Gijsbert Loij van 27 morgen "in de Sellick", 30 morgen "In die molenackeren, Schoeninck, ende Wullinxhoevell", 12 morgen "Monniksvliert", anderhalve morgen "Op de Gheerde", drie morgen "In dat leeghebroeck".
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-1-2019.
Wij Herman die Bie ende Jacop die Cock scepen in Driell tugen dat voer ons gecomen sijn Loijch Gijsbertsz Jan Loijen Rutger Loijen Evert Loijen ind Gijsbert Loijen
ind hebben geloeft als principaell saickwolde gesamenderhant ind een voer all heren Gherit Elbertsz vander Nijkerck conventuaell ind kelnaer der abdijen
van Sant Pauwels binnen Utrecht tot behoeff des abtz ind conventz voersz. hondert ende thien gouden overlensche Rijnsche koervoerster gulden goet van goude
ind gerecht van gewicht gemunt ende geslagen voer datum van desen op Sant Mertens dach inden wynter die komen sall anno vijff ende dartich ind negen jaer daer naest
volgende alle jaer hondert ende thien golden gulden als voirsz. sijn tot onsen lantrecht the betalen off then minsten opten heijligen korssdach nae Sant Mertens dach voirsz.
jaerlix waell betaelt the weesen als van lanthueren van soeventweyntich mergen lantz inden gericht van Driell gelegen inden gericht Sellick Noch van dartich
mergen genaemt die Molen Ackeren Schymminck? ende Wullinxhoevell Noch van twelff mergen genaempt Monincks Vliert Noch anderhalven mergen op de Geerden
Noch drie mergen in det Leechbroeck elcx deel in sulcker groeten soe dat daer myt recht gelegen is Noch zullen die saickwolden betalen ind gheven dese thien jaer
lanck duerende Onsser Liever Vrouwen altair tot Veltdriell een malder weijts ende eenen Hoernsch gulden ...
... etc ...
.... Ind off Loijch storff binnen den thien jaeren voersz. soe sall die abt ind convent enygen? van Loijchs
zonen die hem dat best believen sall die huere voert wuijth laten halden in vorwaerden als sijn vader dat gebruijct hadde Voertsz off geboerden dat
die saeckwolden enyge puncten in desen scepenen brieffe geschreven nyet en h..den off nae en gingen soe verwiell Loijch Ghijsbertsz rechte? voerts van deser
hueren ....
.... etc ...
... die transliniatie gericht loeven ende approberen wij goet Inne orcont onser litteren gegeven Inden jair ons heren dusent
vijffhondert drieinddertich den viffthienden dach smaents septembris
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 301
13-09-1521. Akten van pachterkenning door Willem Loij van Driel Lambertszone, van 27 morgen "in de Sellick", 30 morgen "In die molenackeren, Schoeninck ende Wullinxhoevell", 12 morgen "Monniksvliert", anderhalve morgen "Op de Gheerde", drie morgen "In dat leeghebroeck", en 14 hond op Bruchem te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-1-2019.
Wij Aert Janssoen van Hinxstum ende Jacop die Cock scepen in Driell tugen dat voer ons
comen is Willem Loij genaemt van Drijell Lambertssoen ende heeft geloeft heer Arien Noest prie-
ster tot behoeff dess abts in? gemeine convents van Sunt Pauwels tot Utrecht vijff ende soeven-
tich gouden overlenssche Rijnsche koervorster gulden goet van goude ende gerecht van gewijcht
off ander goet paijment daer voer in geliker weerde op sunte Mertens dach inden wynter die
coemen sall int jaer onss heren dusent vijffhondert vijff ende tweyntich Ende negen jaeren daer
naestvolgende ....
... etc ....
... als van lanthueren van soeven ende tweijntich mergen gelegen inden gericht van
Drijell inden Sellick noch van dartich mergen genaemt Inde Moelenackeren Schimminck ende Ullinxs
hoevell Noch twelff mergen genaemt Moninxs Vliert, anderhalven mergen Op den Gheerde, drije
mergen in dat Leeghe Broeck, noch veertien hont gelegen op Broeckem, elxs deels in alsulcke groetten
alst op elliker plecken met recht gelegen is, beheltelick oeck dat Willem voersz. sall betalen oeck alle jaer
dese voersz. tien jaeren gedurende een malder weijts tot Onsen Vrouwen altair tot Veltdrijel ende enen
Hoerns gulden oick tot behoeff dess altaers voirsz. gaende uijt Jan Danelssoens hoffstat buten dess
abts ende convents voirsz. schaede, noch met voerwaerde dat Willem voersz betalen sall alle verschot ende
gelde dat den mergentaels aen geet ...
... etc ....
.... In orconde onsen litteren gegeven int jaer
onss heren dusent vijffhondert een ende tweyntich op dess heiligen cruis avont exaltacionis
Zegels af.
Zie ook op 30 mei 1529.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 299
30-05-1529. Akten van pachterkenning door Willem Loij van Driel Lambertszone, van 27 morgen "in de Sellick", 30 morgen "In die molenackeren, Schoeninck ende Wullinxhoevell", 12 morgen "Monniksvliert", anderhalve morgen "Op de Gheerde", drie morgen "In dat leeghebroeck", en 14 hond op Bruchem te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 5-1-2019.
Wij Aert Janssoen van Henxstum ende Willem Loij genaemt van Driell Lambertssoen scepen in Driell tugen dat ick
Willem voersz. heb geloeft den erwerdigen heren heren Matheus van Goch abdt tot Sunte Pauwels tot Utrecht
als dat ick hem alle jaer sall betalen sinen vollen pacht van sinen guederen die ick tegem hem verpacht heb gelieck die
in enen scepenen brieff van Driell die daer aff gemaect is bescreven staen binnen der Stat van Utrecht met golden
overlensche Rijnsche koervorster gulden ....
... etc ...
... voert noch hier en boeven sullen oick huerbrieven gericht en coepbrieven oeck insettinge brieven
die mijn heer die abdt van mij heeft in werden bliven soe lange die huere dueren sall Die superscripsi is loeven wij goet
In orconde onssen letteren gegeven int iaer onss heren dusent vijffhondert negen ende tweyntich op Sunte Petronellen
avont
Zie ook op 13 sept. 1521.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 300
17-12-1553. Akte van verpachting aan Arien Gosenszone namens zijn vrouw Hilliken van een hofstede bij de kapel te Ovendorp onder Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 4-1-2019.
Wij Jacop die Cock ende Aert Lambertsz scepen in Driell tugen dat voer ons comen is Aert Aertsz die Duijster als
rentmester des abtzs van Sunte Pauwels tUtrecht ende heefft uutth namen ende van wegen des eerwerdigenn
heeren Geraert vander Nijkerck abt van Sunte Pauwels tUtrecht voersz. wederomme verhuert ende
verpacht Arien Gosensz als mombaer zijnre huijsfrauwe Hilliken een dochter naegelaten van zelige Dirck
Jacopsz te weten alsulcken hoffstat met potinge gelegen tot Driel aen die Capelle tot Ovendorp daer
Dirck Jacopsz selige plach te wonen vijff ende tweijntich jaeren lanck duerende ingaende terstont na Dirck
Jacopsz voerz. jaren, des siaers om negen Hollantsche gevalueerde gulden tweijntich gevalueerde stuver
voerden gulden the betalen Sunte Mertens dage inden wynter .... etc ....
...
gegeven inden jaer ons heren dusent vijffhondert ende drie ende vijfftich des sonnendaichs voer Sunte Thomas
dach
Zegels: alleen nog een brokstukje van Jacop die Cock.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 306
25-06-1565. Akte van belofte van rentmeester Johan Artszone Duyster tot inning en overdracht aan abt Gerrit Elbertszone van der Nijekerk van de pacht uit de abdijgoederen te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 4-1-2019.
Wij Jacop die Kock ende Merten Jansz scepenen in Driell tuijgen
dat voir ons coemen is Johan Artsz Duijster ende heeft geloeft
den weerdigen heeren heeren Gerardt vander Nijekerck abt
Sunt Pauwels tUtrecht dat he als rentmr. toe manen
sall binnen Driell dat den eenen pacht vuijt den anderen te? keert?
sal worden Ind of dair boeven? ennige pachten beiaerden dat
he die beiaerden pachten opleggen ind betalen sal daer he
rentmr. aff is off mijn heere dabt sall sulx aen Johan
Artsz tot allen tijden te weeten wat nu Lamberti ind
Martini anno vierendesestich inde Petri ad cathedram anno vijendesestich verschenen
is sal he betalen nu te korsmis anno sesendesestich voll op
ind soe voirt jairlix van jair tot jair duerende soe lank Jan
Artsz sijn weerden rentmeester is off mijn heer dabt mach
sulx vuijtpanden aen Johan Artsz tot allen tijden als heeren?
verwonnen schult sonder pantkeringe dair tegen te doin Ind
des sal mijn heer dabt Johan Artsz tot sijnen gesinnen mit
segell ind brieff die he behoeft alle behulp ind bijstant doin
die mijn heer heeft Die superscriptie ad cathedram loven
wij goet Inne oirkonde onser letteren gegeven innen den iaere
ons heeren duijsent vijffhonder vijfendesestich des anderen daechs
nae sunt Johan babtisten dach
Met het zegel van Jacop die Kock.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 24
14-07-1563. Akten van pachterkenning door Arien Noest, successievelijk Arnt Henrickszone, van een stuk land in de Luttel Eng te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 3-1-2019.
Wij Egen Egensz ende Lambert Loij Arntsz scepenen in Driell tuygen dat voir ons comen is
Arnt Henricksz ende heeft geloeft den eerweerdigen heren Gerardt vander Nyekerck
abt des convents van Sunt Pauwels binnen Utrecht twee Phls. gulden elcken gulden voirsz.
voir vijffendetwentich stuver Brab. geevalueert gherekent op Sunt Lamberts dach alsmen
sal schriven duijsent vijffhondert sesendesestich ende dair nae noch vierendetwintich iaeren
achtereen gheduerende alle iaer twee Phls. gul. ghelijck voirsz. staen tot onsen lantrecht
te betalen Ende dit voir idt gebruyck van een stuck lantz gelegen inden gerichte van Driell
inden Lutten Eng in alsulcke groetten dat gelegen is ende sijn vader zelige tselve gebruicken
plach Ende off Arnt Henricksz voirsz. op alle sunt Lamerts daghe niet en betailde
zoe sal he vervallen weesen vander voirsz. hueren tot behoiff des abts ende convents
voirsz. ende van die bruickweere des naistvolgende iaers ende evenwael die pacht te betalen
van beyden iaeren ende noch evenwaell vervallen weesen vander heelre hueren zoe veere idt
den abt ende convent belieft Ende Arnt Henricksz voirsz. sal allen verschot vanden lande voirsz.
ende vrij gelt betalen, die vijffendetwintich voirsz. iaeren lanck ghedurende idt zy nieuwer off
aude weerck? hoemen dat noemen mach vuijtgenomen des heeren schattingen dair idt convent
op gesath worde Inde die ....? iaeren sullen staen tot discretie des abts voirsz. Ende die
abt voirsz. geloefden Arnt Henricksz voirsz. die huere voirsz. die vijffendetwintich iaeren
voirsz. van rechts weegen to waren Ende off Arnt Henricksz voirsz. ontwairt worden die
ontwaringe sal staen tot discretie van vier goeder mannen aen elcken sijde twee Inne
oirkonden onser letteren gegeven Inne den iaere ons heren duysent vijffhondert drieende-
sestich opten vierthiensten dach julij
Zie ook op 25 nov. 1515.
Zegels af.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 298
19-03-1515. Akte van pachterkenning door Thijs Jan Mercelis van een huis en hofstede gelegen tussen de openbare weg en een steeg te Ovendorp.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 3-1-2019.
Wij Art Jansz van Hincxtum ende Hermen die Bie Hermensz scepen in Driel tugen dat
voir ons comen is Thiis Jan Mercelisz ende heeft geloeft heer Arien Noest tot behoeff des
abs priors ende gemeyn convents van sunte Pauwels tUyttrecht twee gouwen overlensche Rynsche
gulden goet van gouwe gerecht ende swaer van gewicht goet ende geve off ander goet
payment daer voir in geliicker weerden op sunte Lamberts dach naestcomende ende negen
ende darttich jaer daer naestvolgende elcx jaers der jaren vsz. twee gouwen gulden van ghe-
wicht als voirsz. staen op sunte Lamberts dach den vsz. heer Arien tot behoeff des abs
priors ende convents vsz. tot onsen lantrecht te betalen van hueren een huijs ende hoffstat mit alle
hoirre tymmeringh potingh ende tobehoeren gelegen inden gericht van Driel tot Ovenderp tusschen
die gemeyn steegh aen deen siide ende Henrick Sandersz aen dander siide streckende vander
straten totter stegen toe mit voerwaerden voert toegedaen als dat Thiis vander hoffstat vsz.
geenre haude? potingh noch tymmeringh aff trecken en sal mer altiit te verbeteren ende nyet the
verergeren Oeck sunt voerwaerden wes boem wes Thiis uytgeworsen? heeft op der voirsz.
hoffstat dat hij daer ander weder sal setten in die stat In orconde onser letteren Gegeven int
jaer ons heren dusent viiffhondert ende viifftien des manendages naeden sonnendach letare
Jherusalem
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 295
25-08-1473. Akte van verhuur door proost Jan Raven aan Thonijs Alaertszone van een hofstede te Ovendorp.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 3-1-2019.
Wij Henrick die Bije Hermans soin ende Ghijsbert Hack scepen in Driel tughen dat voir ons comen is heren Jan Raven proefst der
cappellen van Driel ende heeft van namen ende van weghen des proefsts die altoes inder tijt siin sall proefst der cappellen voirsz. verhuert
ende uytgegheven een hofstat geleghen inden gericht van Driel tot Ovenderp tusschen Yden die wijff was Mathijs Rutgersz aen deen sijde
oestwaert ende Thoniis Alaerts soin aen dander sijde Thoniis Alaertsz voirsz in eenre jaerlicxer hueren the besitten voir twe gouden
overlensche Riinsche gulden goet ende gheve off ander goet paijment in gelijcker weerde dair voir ende twe pont goets was op sunte Lam-
berts dach naestcomende ende vijftich jaer lanck daer naestvolghende elcx jaers der jaren voirsz. voir twe gouden Riinsche gulden ende
twe pont was als voirsz. siin off paijment dair voir als voirsz. is jaerlicx op sunte Lamberts dach na thiinsrecht the betalen den proefst
die altoes inder tijt sal sijn proefst der cappellen voirsz. voir die huere der hofstat voirsz. Ende vorwoirde eest dat die proefst inder tijt voirsz.
... vlek ... ende pacht der tweer Riinsche gulden ende twe pont was voirsz. jaerlicx alle dese jaren lanck voirsz. ....? sal moghen verhalen
uytten huyse mit alle siinre tymmeringe ende potinge dat tess tijt inder voirsz. hofstat getymmert ende gepoet steet ende namaels getymmert
ende gepoet werden sal Voert soe geloefde heren Jan Raven als proefst voirsz. den voirsz. Thonijs die hofstat voirsz. the waren alle dese
voirsz. jaren lanck teghen alle die ghene die then recht comen willen voir die huere ende pacht der tweer Riinsche gulden ende twe
pont was voirsz. mer vorwoirde eest dat Thonijs voirsz. off yemont anders van siinre weghen op dat eynde der hofstat voirsz. ther
cappellen waert niet tappen off ennige ander oneerbair herberge hauden sal sonder argelist ende dat hij dair tymmeringe noch potin-
ge afftrecken en sal binnen off theinden desen jaren voirsz. Hij en sal yerst alle sine voirledene pachten ende .....? wael betaelt
hebben In orconde onss litteren Gegeven int jaer ons heren M CCCC drieendetseventich des sonnendachs nae ons lieven vrouwen dach assumptio
Met het zegel van Gijsbert Hack.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 292
04-12-1463. Akte van verhuur door proost Jan Raven aan Jan die Raet Dircxsoon van een hofstede met de hoeven en opwassen tot de Maas toe te Ovendorp
Ingevoerd of laatste wijziging op: 2-1-2019.
Wij Jan Scorcap Jans soin ende Mercelis Raven scepen in Driel tughen dat voir ons comen is heren Jan Raven als proefst inder
tijt der cappellen van Driel ende heeft van namen ende van weghen des proefsts die altoes inder tijt siin sal proefst der cappellen
voirsz. verhuert ende uytgegheven een hofstat mit hoiren zoeslaghen totten Mazen toe ende mit allen hoiren toebehoiren geleghen
inden gericht van Driel tot Ovenderp tusschen Berthout die Luwe aen deen sijde boven ende Peter die Raet Dircxsz aen
dander sijde Jan die Raet Dircx soin in eenre jaerlicxer hueren te besitten voir enen gouden Reynaldus Arnemsriinsgulden
goet ende gheve off ander goet paijment in gelijcker weerde dair voir ende een pont goets was
...
... In orconde onss litteren Gegeven int jaer
ons heren M CCCC drieendetsestich op sunte Berbaren dach der ........
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 289
25-07-1467. Akte van verhuur door proost Jan Raven aan Hendrik Meeussoon, de messemaker, van een hofstede te Ovendorp gelegen tussen de kapelhof van de kapel en het goed van de proost van Oudmunster, 1461 okt. 19; met akte van overdracht aan Adriaan Goedert Janssoon, 1467 juli 25
Ingevoerd of laatste wijziging op: 1-1-2019.
Wij Bauken die Sterck Jans soin ende Gherit Sanders soin scepen in Driel tughen dat voir
ons comen is Heinrick Meeuws soin die mesmaker ende heeft overgegheven ende opgedraghen
den brieff daer desen teghenwoerdighen brieff doirsteken is ende alle tgehaut des briefs
als daer in gescreven steet Adriaen Goedert Jansz soin the hebben ende the besitten Ende
Heinrick Meeusz voirsz. verteech opten brieff ende op tgehaut des briefs voirsz. tot behoeff
Adriaens voirsz Ende hij geloefde oick van siinre weghen alle voirplicht aff the doen
vanden selven In orconde onss litteren Gegeven int jaer ons heren M CCCC sevenendetsestich op
sunte Jacops dach apostel
Met het zegel van Bauken die Sterck.
Transfix.
Hangt aan: 19-10-1461
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 291
19-10-1461. Akte van verhuur door proost Jan Raven aan Hendrik Meeussoon, de messemaker, van een hofstede te Ovendorp gelegen tussen de kapelhof van de kapel en het goed van de proost van Oudmunster, 1461 okt. 19; met akte van overdracht aan Adriaan Goedert Janssoon, 1467 juli 25.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 1-1-2019.
Wij Goisswiin van Driel ende Aert Eghens soin scepen in Driel tughen dat voir ons comen is heren Jan Raven als
proefst inder tijt der cappellen van Driel ende heeft verhuert ende uijtgegheven een hofstat geleghen inden ghericht
van Driel tot Ovenderp tusschen den cappellenhoff der cappellen voirsz. aen deen sijde zuidtwt. ende erfnisse des proefsts van
Audemunster tUytrecht aen dander sijde Heinrick Meeuw soin die mesmaker in eenre jaerlicxer hueren the besitten voir
een gouden Vranckrijcsche kroen goet ende gheve off ander goet paijment in gelijcker weerde dair voir ende een halff pont
goets was op sunte Lamberts dach naestcomende Ende vierendevijftich jaer lanck daer naestvolghende elcx jaers der
jaren voirsz. voir een gouden kroen ende een halff pont was als voirsz. steet off paijment dair voir als voirsz. is jaerlicx
op sunte Lamberts dach den proefst die altoes inder tijt siin sal proefst der cappellen voirsz. na thiins recht te betalen
Ende heren Jan Raven als proefst inder tijt voirsz. gheloefde den voirsz Heinrick Meeus die hofstat voirsz. alle dese jaren lanck
voirsz. the waren teghen alle die ghene die then recht comen willen voir die huere voirsz. In orconde onss litteren gegeven int jaer
ons heren M CCCC eenendetsestich des manendaechs nae sunte Lucas dach ewangelist
Transfix.
Aanhangend: 25-07-1467
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 291
01-05-1463. Akte van verhuur door proost Jan Raven aan Peter die Raet Dircxsoon van een hofstede met geulen en opwassen, gelegen te Ovendorp-buitendijks tussen de dijk en de Maas.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 1-1-2019.
Wij Bauken die Sterck Jans soin ende Jan die Poirter Alaerts soin scepen in Driel tughen dat heren Jan Raven proefst
der cappellen van Driel heeft verhuert ende uytgegheven een hofstat mit allen hoiren kuylen ende zoeslaghen gelegen
inden gericht van Driel tot Overderp buyten dijcx tusschen Claes Rutgher Melis soin aen deen sijde ende Jan die
Raet Dircx soin aen dander sijde streckende vanden dijck totten Maze dyepen toe Peter die Raet Dircx soen in eenre
jaerlicxer hueren the besitten voir seven goede aude Vleemsche groet off ander goet paijment in gelijcker
weerde dair voir op sunte Lamberts dach naestcomende ende neghenendeveertich jaer lanck dair naestvolghende
elcx jaers der jaren voirsz. voir seven Vleemsche groet als voirsz. siin off paijment dair voir als voirsz. is jaerlicx
op sunte Lamberts dach den proefst die altoes inder tijt siin sal proefst der cappellen voirsz. tot onsen lantrecht the
betalen Ende Peter die Raet voirsz. geloefde heren Jan Raven proefst voirsz. tot behoeff des proefsts die altoes inder tijt
siin sal proefsts der cappellen voirsz. als dat hij den dijck die teghen dese voirsz. hofstat geleghen is den proefsts voirsz.
mit recht toebehoirende also dijcken ende verwaren sal alle dese jaren lanck voirsz. op siinen selfs kost ende
arbeyt dat den proefst inder tijt voirsz. dair bij ghenen schade noch hunder toe comen en sal in ennigher wijs
Oick so geloefde Peter die Raet voirsz. heren Jan Raven tot behoeff des proefsts inder tijt voirsz. dat hij die hofstat
mit hoiren kuylen ende zoeslaghen voirsz. teijnden desen voirsz. jaren ter stont vrij weder om brenghen sal aen handen
des proefsts inder tijt der cappellen voirsz. In orconde onss litteren gegeven int jaer ons heren M CCCC drieendetsestich op sunte
Philips ende sunte Jacops dach der apostelen
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 288
07-07-1461. Schepenen: Aert Eghens soen en Roeloff Jans soen
Ingevoerd of laatste wijziging op: 30-12-2018.
Transfixa supra predicta

Wij Aert Eghens soen ende Roeloff Jans soen scepen in Driell tugen dat voir ons komen
is Henrick Gerits soen als wittafftige man ende momber Bertruyden sijns wijffs ende
heefft vertegen opten brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende op
alle 't gehaut des brieffsals daer in gescreven steet tot behoeff Demodeij die wijff
was Goeswijn Baerts erffljck te besitten. Ende Henrick Gerits soen voirss. geloeffde
oick van sijnre wegen ende van wegen sijns wijffs voirss. alle voirplicht aff te doen
vanden selven. In orkonde onser litteren. Gegeven int jair ons Heren M CCCC een
ende tsestich opten soevenden dach inder maent geheiten Julius.
Transfix.
Hangt aan: 25-02-1452
Aanhangend: 27-09-1463
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 119 / s. 199)
25-11-1462. Akte van pachterkenning door Hendrik Meeussoon aan Jan Raven, proost van de kapel die de abdij te Ovendorp onder Driel bezit, van een hofstede te Ovendorp, gelegen tussen het goed van de proosdij van Oudmunster en een weg van de proost van de kapel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 30-12-2018.
Wij Sander Jacops soin van Veltdriel ende Gherit Jan Aertsz soin scepen in Driel tughen dat Heinrick Meeus soin heeft geloeft
heren Jan Raven proefst der cappellen van Driel tot behoeff des proefsts die altoes inder tijt siin sal proefst der cappellen voirsz.
acht gauden Arnoldus Arnemsgulden gemact int jaer ons heren M CCCC ende XXXIIII goet ende gheve off ander goet paijment in
gelijcker weerde dair voir ende een halff pont goets was op sunte Lamberts dach naestcomende ende vierendedarttich jaer
lanck daer naestvolgende elcx jaers der jaren voirsz. acht gouden Arnemsgulden als voirsz. siin off paijment dair voir als
voirsz. is ende een half pont was jaerlicx op sunte Lamberts dach den proefst inder tijt der cappellen voirsz. tot thijnsrecht
the betalen als vanden hueren van eenre hofstat geleghen inden ghericht van Driel tot Ovenderp in alsulcken groetten als die
mit recht geleghen is aldair tusschen erfnisse des proofsts van Audemunster tUytrecht aen deen sijde noerdtwaert ende
enen wech den proefst der cappellen voirsz toebehoirende aen dander sijde mit alsulcke vorwoirden toe ghedaen dat Heinrick
Meeus soin voirsz. binnen desen voirsz. jaren op dese hofstat voirsz. niet tappen off ennighe ander oneerbair herberghe hauden
en sal ... etc ....
.... etc .... Int jaer ons heren M CCCC tweendetsestich op sunte
Katherijnen dach
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 286
02-10-1463. Akte van pachterkenning door Berthout die Luwe aan proost Jan Raven van een hofstede bij de Maas met de berm van de dijk en de opwassen te Ovendorp buitendijks, met aan weerszijden goed van de proost van de kapel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 30-12-2018.
Wij Mercelis Raven ende Bauken die Sterck Jans soin scepen in Driel tughen dat Berthout die Luwe heeft geloeft heren Jan Raven
proefst der cappellen van Driel tot behoeff des proefsts die altoes inder tijt siin sal proefst der cappellen voirsz. enen gouden
Joannes Beijers gulden goet ende gheve off veertien goede Phs. Burgoensche penningh geheiten witte stuvers voir datum des briefs
gemaect voirden gulden voirsz. off ander goet paijment in gelijcker weerde dair voir ende een halff pont goets was op sunte
Lamberts dach naestcomende ende neghenendevijftich jaer lanck dair naestvolghende elcx jaers der jaren voirsz. enen gouden
Beijers gulden als voirsz. steet off paijment dair voir als voirsz. is ende een halff pont was voirsz. jaerlicx op sunte
Lamberts dach den proesfsts inder tijt der cappellen voirsz. tot thiins recht the betalen als vanden hueren van eenre hofstat
dijckavelinge ende zoeslaghen streckende totten Mazen toe geleghen inden gericht van Driel tot Ovenderp buijten dijcs tusschen
erfnisse des proefsts der cappellen voirsz. aen beijden sijden dat tess tijt besit, aen deen sijde noerdtwaert Dirck Jacopsz van
Veltdriel ende aen dander sijde besit Peter bastert soin heren Aerts die Ghier ende Berthout die Luwe voirsz. geloefde den voirsz. heren
Jan Raven tot behoeff des proefsts inder tijt der cappellen voirsz. als dat hij den dijck teghen dese voirsz. hofstat dijckavelinge
ende soeslagen geleghen van Peter voirsz. totten Molendijcke toe alsoe hauden ende verwaren sal alle dese jaren lanck voirsz.
ennigher wijs Oick soe geloefde Berthout voirsz. den voirsz. heren Jan tot behoeff des proefsts inder tijt voirsz. als dat hij die
voirsz. goede als hofstat dijckavelinge ende zoeslaghen voirsz. theinden desen voirsz.jaren vrij ende los van siinre weghen weder om
brenghen sall aen handen des proefsts inder tijt der cappellen voirsz. In orconde onss litteren gegeven Int jaer onsen heren M CCCC
drieendetsestich des sonnendaechs nae sunte Baven dach
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 287
10-09-1567. Akte van pachterkenning door Johan Arntszone van een stuk land te Veld-Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 29-12-2018.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons comen is Johan
Arntsz ende heeft geloeft den eerweerdigen heeren heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien
van Sunt Pauwels binnen Utrecht tot behoiff des abts ende abdien voirsz. sess carolus gulden elcken
gulden voir twintich stuijver Brabants gevalueert gerekent jaerlix waer aff den iersten termijn verschinen sal
op Sant Marten anno sevenendesestich ende daer nae noch seven iaeren aen een volgende op alle
Sant Marten in novembris sess carolus gulden als voirsz. jairlix tot onsen lantrecht te betalen als voir
die huere van een stuck lants zoe dat gelegen is inden gerichte van Driell in Velden Driell ackeren ende
off Johan Arntsz voirsz. op alle Sant Marten voirsz. jairlix niet en betaelde ofte op alle korsdagen daer
naestvolgende zoe is Johan Artsz voirsz. vervallen tot behoif des abts ende conventz voirsz. ...
...
... Inne den iaere ons heren duijsent vijffhondert sevenendesestich opten thienden
dach tsmaents septembris
Met zegel van Johan Geritsz.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 323
09-02-1541. Egen Egensz. en Klaas Kerstensz. schepenen in Driel oorkonden.
Dirk Klaasz., Hendrik Ottensz. gehuwd met Yke d.v. Klaas dragen na verkoop over aan Willem Heinensz. de helft van 3 ½ morgen land in het gerecht van Driel ‘op die Hoentsaetse Voey’ (?). De koopsom bedraagt 100 pond gave penningen (‘hondert pont gever penningen’) en is betaald. Het land is dijk- en tijnsvrij. Mocht dit land later ‘ontwaert en affgewesen’ worden, dan betaalt de verkoper aan de koper 250 gouden Gelderse gulden rijders en 12 ½ van deze rijders ‘oft payment datter gelt voer is in gelyker weerde’.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 29-12-2018.
De twee zegels van de schepenen ontbreken.
N.B. de "Hoentsaetse Voey" in het regest zal waarschijnlijk de Rooijen zijn bij Hoenza-Driel.
Bron: Tafel van de Heilige Geest in 's-Hertogenbosch, regest nr. 3793.
Bron: Overigen
10-09-1567. Akte van pachterkenning door Lambert Loij Arntszone van anderhalve morgen land "In de Vlut" te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 29-12-2018.
Wij Arnt van Tuijll ende Johan Geritsz scepenen in Driell tuijgen dat voir ons comen is Lam-
bert Loij Arntsz ende heeft geloeft heren Dirrick Loij Arntsz kellenaer der abdien van Sant
Pauwels binnen Utrecht tot behoiff des abts ende abdien voirsz. vier carolus gulden elcken
gulden voir twintich stuijver Brabants gevalueert gerekent waer aff den iersten termijn verschinen sal
op Sant Marten in novembris vier carolus gulden als voirsz. jairlix tot onsen lantrecht te
betalen als voir die huere van anderhalven mergen lantz inden gerichte van Driell in die Vlirt {de Vliert?}
gelegen die meister Cornelis die Ghier in hueren heeft gehadt. Ende off Lambert voirsz. op
alle Sant Marten voirsz. jairlix niet en betaelde ofte op alle korsdagen daer naestvolgende zoe is
Lambert voirsz. vervallen tot behoiff des abts ende conventz voirsz. van die bruijckweere des
nastvolgende jaers ende effen waell die pachten te betalen van beijde jaeren ende noch effen
waell vervallen weesen vander heelre hueren, zoe vere idt den abt ende convent belieft. Ende
Lambert sal tverschot vanden voirsz. lande betalen die acht jaeren lanck tsij van nieuwe ofte
aude weercken .... etc ....
.... Inne den iaere ons heren duijsent vijffhondert soven ende sestich opten thienden
dach tsmaents septembris
Zegels af.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 321
11-11-1562. Akte van pachterkenning door Thomas Crethier van 17 hond land in de Vliert te Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 29-12-2018.
Wij Cornelis de Ghier ende Lambert Aertsz schepenen in Driell tuijgen dat voir ons co-
men is Thomas Crethier ende heeft geloeft Jan Aertsz tot behoeff mijn heer d’abt van Sunte Pau-
wels tUtrecht veerthien g. Brabants valueert op Sunte Mertens dach toecomende in novembris ende
dair nae noch soeven iaeren lanck duerende alle iaer op Sunte Mertens dach voirsz. veerthien g.
als voersz. tot onsen lantrecht te betalen voir dat gebruijck van soeventhien hont lants op Driell
inden Vliert gelegen die voirsz. iaeren lanck duerende Ende Thomas voirg. geloeffden oick mede
dat lant voirsz. in die twee lesten iaeren niet te breken Inne oerconde onser letteren gegeven
inden iaere ons heeren duijsent vijffhondert twee ende tsestich op Sunte Mertens dach
Zegels zijn beschadigd.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 308
08-09-1515. Akte van verpachting aan Gerrit Jacopszone van een hofstede te Ovendorp.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 29-12-2018.
Wij Art Jansz van Hincxstum ende Peter de Ghier scepen in Driel tugen dat voir ons comen is heer
Arien Noest als een procuratoer des eerweerdigen abts prior ende gemeynen convents van sunte Pauwels
tUyttrecht ende heeft van wegen des abts priors ende convents vsz. verhuert ende uytgegheven een hoffstat
geleghen inden ghericht van Dryel tot Ovenderp tusschen Roelof Mathiisz aen deen side boven ende
Hubert Jansz aen die ander sijde beneden Gerit Jacopsz in eenre jaerlixer hueren the besitten voer
twe gouden overlensche Riinsche gulden goet ende geve off ander goet paijment in geliicker weerde dair
voir ende twe pont goet was op sunte Lamberts dach naestcomende over een jaer ende negen ende veertich
jaer daer naestvolghende elcx jaers der jaren voirsz voer twe gouwen Rijnsche gulden ende twe pont
was als vsz siin off paijment dair voir als voirsz. is jaerlix op sunte Lamberts dach thiins recht
the betalen den vsz. heer Arien Noest tot behoeff des abts priors ende convents voisz. voir die huere der
hoffstat voirsz. Ende voerwaerde eest dat ...
....
Oeck eest voerwaerde dat Gerit Jacopsz vsz. off yemont anders van siinre weghen op dat eynde
der hoffstat voirsz. ther capellen waert nyet tappen off ennige andere oneerbaer herberge hauden
en sal ...
... In orconde onser letteren gegeven int jaer ons heren dusent viiffhondert ende
viiffthienn op onser liever vrouwen dach nativitas
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 294
11-11-1476. Akte van verhuur door Arnt Egenszone, proost van de kapel van Driel, aan Jacob Merceliszone van een hofstede bij de Kapelweg te Ovendorp.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 28-12-2018.
Wij Aert vanden Pol Hillijnsz ende Egen Egensz scepen in Driel tugen dat voir ons comen is heren Aert Egensz proest der
capellen tot Driel ende van namen ende van wegen des proefsts der capellen voirsz ende heeft verhuert ende uijtgegeven een
hofstat gelegen inden gericht van Driel tot Ovenderp tuschen thijnsgoet Merten Hellen aen deen sijde zuidwaert ende eenen
gemeynen wech geheiten Capelwech aen dander sijde off tuschen den genen die mit recht lantgelegen sijn aen beyde
sijden streckende mit beyden eynde op die gemeyn steghen Jacop Mercelisz in eenre hueren the besitten voir eenen
gouden Engelsche nobell goet van goude ende gerecht van ghewichte off ander goet paijment in gelijcker weerden dair
voir op sunte Lamberts dach naistcomende en negen ende dartich jair lanck dair naistvolgende elcx jairs der jaren voirsz.
voir enen gouden Engelschen nobell als voirsz. is off paijment dair voir ....
... etc ....
.... Gegeven int jair ons heren dusent vyerhondert ses ende tsoventich op sunte Mertens dach inden wynter

N.B. de eerste schepen heette aanvankelijk 'Gerit Sanders Goiswijns soen' maar dat was gebaseerd op een foute transcriptie. In de naam van Aert blijkt ‘Pol’ weggevallen.
Bron: Paulusabdij te Utrecht, inv. 293
16-04-1553. Cornelis Jan (?) Sarsz. en Aert Aertsz.’ schepenen in Driel oorkonden.
Willem Heymensz. belooft aan Gerrit Willemsz. zijn zoon, dat als hij na zijn dood iets nalaat, dat hij dan 10 gulden brabants vooruit krijgt uitgekeerd. Gerrit mag de goederen ook gebruiken totdat zijn broers hem de 10 gulden hebben uitbetaald.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 23-12-2018.
De twee zegels van de schepenen zijn verdwenen.
Pasen viel in 1553 op 2 april en in 1554 op 25 maart. De datum van de oorkonde zijnde 16 april 1553 is dus volgens onze kalender 16 april 1553.
Bron: Tafel van de Heilige Geest in 's-Hertogenbosch, regest nr. 3871
Bron: Overigen
09-07-1573. Aert Aert Egense en Johan Barten, schepenen van Driell, oorkonden, dat op verzoek van Otgen van Malssen, eenige personen verklaringen afleggen omtrent de levering van raapzaad door dezen Otgen naar Hedel.
Opten IX dach Julii anno 1573.
Oorspr. op papier (Inv. no. 5396), onderteekend door de oorkonders.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 23-12-2018.
Wij Aert Aert Egensz ende Johan Barten schepen in Driell doen kont ende cartifiseren
enen ijghelicken voer die gerechte waerheijt, hoe dat voer ons schepen voerg. gecompereert
ende erschenen sijn in properen persoenen enen genampt Wijlm Evertsz ende
enen genampt Reijnier Jansz allet mannen van goeder namen ende famen
inwoenders ende goede geboeren, nabueren in Driell, Ende hebben eendrachte-
lick bekent verclaert ende getuicht dorch gerichtelick versueck van Otgen
van Malsen ende myt den scholt gedacht sijnde, bij den eedt die hem den
scholt voirg. voer ons schepen .... etc ....
Bron: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Huis Bergh (toegang 0214), inv. 5396; regest nr. 3176.
Afschrift zonder zegels.
Bron: Overigen
26-11-1566. Afschrift van een verklaring voor schepen van Driel in 1566 over het loon van Mr. Adam van der Elst, secretaris van de Bank van Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-12-2018.
...
bijden ....
gesien ende? he .... .... hebben? een sing?...
dair in van .... .... de ..... ck folgents nabes.....
Alsoe tusschen Jan Geritsz cum suis ende Adam vander Elst secretaris in
Drijell verdragen was dat sijn schrijffloen soude staen tot er...kent?
des gerichts vermogen der vuijtspraken seggen dije schepenen ...
eendrechthelicken Dat Adam vander Elst nae auder gewoenten ...
rlijcken solares nemen sall, zoe mennich hooft, zoe mennich gelt ....
alsulcke schrijvers loen, sijn costen van rechten nae auder usantien .....
toirkonden? hebben dije schepenen onderteijkent opten sessendetwintichsten n......?
anno 1566 / Onder stondt gesc. Jan Gheritsz, Egen Egensz,
Merten Jansen, Aert Aert Egensz, Lambert Artsz, Thomas vanden Kretier
Dirck Ffonck / tuijgen alnoch voir schepenen vsz. dat dije signatuer off
codecilleken vsz. was gescr. bij eijgender Mr. Adams vander Elst handt
claer suijver onbesmeth ende ongevitreert? offte canceleert / oick als wij
anders ende? merken? konds mit eijgener schepenen handen boven verhaelt oiren name
geteijkent
ondertekening door E. Dircksz s. in D.
Bron: ORA Driel inv. 968, folio voor folio 1.
Boven en rechtsboven is afgevreten, waardoor het niet meer mogelijk is iets te maken van die tekst.
Ook de maand van de datering is verloren. Vermoedelijk stond er "novembris" maar dat is een gok.
Bron: Overigen
1568. Schepenen: Jan Gerritsz en Jan Barthensz
Ingevoerd of laatste wijziging op: 13-12-2018.
Bij certificatie van Jan Gerritsz ende Jan Barthensz schepenen tot GrootDriell daer inne zij certificeren dat voir huer gecomen is Goesen Baekensz ende heefft bij eede bekant / dat hij van Robbert van Heerdt amptman ontfangen hadde IX £ / ende dat van bier broet ende andere verteerde costen heer Peter Goossens tsijnen huijse verteert hadde / soe Lo.r {?} alsoe hier voiren fo. XXII indie eerste partie van desen heer Peters guederen ontfanck gemaect is / die de amptman halff geniet hoert daeromme dese IX £ halff te dragen
Omme den selven redenen gecorrigeert op IIII £ X st.
Dit staat in de marge naast een inschrijving dat heer Peter bier en brood gehaald had bij Goessen Baekensz tot Rossem.
Bron: Gelderse Rekenkamer, inv. 5508, folio 28 in de marge.
De rekening beslaat 1567-1568 dus het jaartal van deze aantekening is (nog) niet zeker.
Bron: Overigen
19-02-1544. Akte van afstand van rechten op een uiterwaard onder Driel door joffer Dirck. weduwe van Aert die Cock Diels aan Walraven van der Elst.
Claes Karatensz. en Dirck Jan, Lambertsz., schepenen te Driell, oorkonden, dat joffer Dirck, weduwe van Aert die Cock Diels, aan Walraven van der Elst een uiterwart onder Driell heeft overgedragen. Dinsdaichs voir Zinte Petersdach ad Cathedram
Oorspr. (Inv. no. 250). Met uithangend beschadigd zegel van Kerstensz. in bruine was en een verloren zegel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 22-11-2018.
Wij Claes Korstensz ende Dirck Jan Lambertsz scepenen in Driell tugen dat voir
ons comen is joffer Dirck naegelaten wedue Aert die Cock Duls myt oiren
gecoren mombair ende heeft vertegen op een uuterweertken gelegen inden gericht
van Driell opten Roiden oostwt. naestgelegen Dielis Morinck westwart
Walraven vander Elst zuytwart totte diepen vander Masen toe ende noortwt.
totter halven killen toe Aert Egensz tot behoeff Walraven vander Elst
voirsz. erffelicken the besitten ende joffer Dirck voirsz. geloofde van oirent
wegen alle voirplicht aff the doen vanden selven Ende heeft joffer Dirck
myt oiren gecoren mombaer voirsz. oick mede vertegen op hoir gerechticheijt
des weertkens voirsz. gelijck als Aert die Cock Duls hoir man seliger heeft
gecoft tegens Ghijsbert Claesz Aert Egensz voirsz. tot behoeff Walravens
voirsz. erffelicken the besitten Ende gelooffde oick mede alle voirplicht van
horent wegen aff the doen vanden selven In oirconde onser litteren gegeven
Int jair ons heeren duijsent vijffhondert ende vier ende veertich des dins-
daichs voir sunte Peters dach in cathedram
Nb. Het regest bevat fouten.
Schepenen: Claes Korstensz en Dirck Jan Lambertsz.
Diels moet zijn: Duls.
Bron: Nationaal Archief, Familiearchief Pauw van Wieldrecht, toegang 3.20.43, inv. 250. Regest nr. 12.
Bron: Overigen
31-03-1510. Egen Dircxsz. en Egen Egensz., schepenen te Driel, oorkonden dat Henrick Dielisz., als man en voogd over zijn vrouw Thijskens Jacopsdr. van Driel overgedragen heeft aan Henricx van Driel Jacopsz., een waard, gelegen in het gerecht van Driel.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 21-11-2018.
Wij Egen Dircxsz ende Egen Egensz scepen in Driel tugen dat voir ons comen is Henrick
Dielisz als witteftige man ende mommer sijns wiifs Thiiskens Jacops dochter van Driel ende
heeft vertegen op enen wert gelegen inden gericht van Driel opten Roijen buten diicx mit allen
sijnre potinge gewin ende verlies tusschen Ot Bolixsz {Bolcxsz?} ende Jan Scorcaps oestwart ende Rutger
die Cock westwart streckende vanden Oygraeff totten diepen toe vander Masen ende dat alsoe
ver als Henrick Dielisz als mommer siins wiifs vsz. dair toe gerecht is tot behoeff Henricx
van Driel Jacopsz erffliicke the besitten Ende Henrick Dielisz voirsz. geloefden van siinre
wegen ende van wegen siins wiifs voirsz. alle voirplicht aff the doen vanden selven
In oirconde onser letteren gegeven Int jair ons heren dusent vijffhondert ende thien des dinsdages
na den sonnendach als men singet in de heyliger kercken judica.
Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder en het gave zegel van de tweede oorkonder in groene was.
Bron: Nationaal Archief; archief van de familie Repelaer, 1496-1940, 1.10.70; inv. nr. 460; regest nr. 2
Bron: Overigen
1564. Schepenen: Jacop die Cock, Dirck Egensz, Dirck Egensz ende Arnt Arnt Egensz
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-10-2018.
Mem.? verordineert to Bomel te comen / Vuern
Cock, Tuijl, Hoichwauwen, Driel {1} Jacop die Cock
Dirck Egensz {2}, Dirck Egensz {3} ende Arnt Arnt Egensz

1. De eerste 4 zijn schepenen in Tuil, de 4 daarna zullen schepenen in Driel zijn.
3+4. Dirck Egen Andriesz + Dirck Egen Dirck Ghijsbersz
Bron: een korte notitie in ORA Tuil, inv. 1242, f. 15v
Bron: Overigen
30-04-1533. Schepenen: Art die Ghier en Egen Dirck Egensz {1}
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-10-2018.
Schepen mgr Jan die Sterck of Tefelen ind Hillen Jansz
qd Gerit Petersz procurator mgr. Henrick van Rossem gericht
in Theeus Artsz of Aelbert Artsz of wie met recht besitter
is van een huijs ind hofstadt to Horwijnen ind van III g.
XX st. current thijns ind van peen nae inhalt sbrieffs Actum
aº XXXII op dinxdach ante Willibrordi Daer nae Art
die Ghier ind Egen Dirck Egensz {1} qd Gerit vsn. tamquam procurator
vursn. coip gedaen coipman Goissen van Over Actum aº XXXIII
den XXVII aprilis opdracht coram eisdem den XXVIII aprilis
Insettonge den XXIX aprilis opdracht den XXX aprilis coram
eisdem scabinis

Marge:
frater meus decanus
in Dryell pro litteras
et jure? schriptum? ....et?
in protocollo Dryllano
1. Mogelijk is dit een verschrijving voor "Egen Dirck Arrissz".
Deze tekst van de Bank van Driel is opgetekend in ORA Tuil, inv. 1239, f. 10v
Transfix.
Hangt aan: 05-11-1532
Bron: Overigen
05-11-1532. Schepenen: Mgr. Jan die Sterck of Tefelen en Hillen Jansz
Ingevoerd of laatste wijziging op: 9-10-2018.
Schepen mgr Jan die Sterck of Tefelen ind Hillen Jansz
qd Gerit Petersz procurator mgr. Henrick van Rossem gericht
in Theeus Artsz of Aelbert Artsz of wie met recht besitter
is van een huijs ind hofstadt to Horwijnen ind van III g.
XX st. current thijns ind van peen nae inhalt sbrieffs Actum
aº XXXII op dinxdach ante Willibrordi Daer nae Art
die Ghier ind Egen Dirck Egensz qd Gerit vsn. tamquam procurator
vursn. coip gedaen coipman Goissen van Over Actum aº XXXIII
den XXVII aprilis opdracht coram eisdem den XXVIII aprilis
Insettonge den XXIX aprilis opdracht den XXX aprilis coram
eisdem scabinis

Marge:
frater meus decanus
in Dryell pro litteras
et jure? schriptum? ....et?
in protocollo Dryllano
Deze tekst van de Bank van Driel is opgetekend in ORA Tuil, inv. 1239, f. 10v
Dinsdag voor Willibrordi = dinsdag voor 7 nov. 1532.
Transfix.
Aanhangend: 30-04-1533
Bron: Overigen
11-02-1444. Akte, gepasseerd voor schepenen van Driel, waarbij Alyt weduwe van Jacops van Veltdryel Jan Ravens soin en haar kinderen Jan Tengnagel, Sander, Dirc en Marijen (vertegenwoordigd door haar man en momber Engbert die Kock) de in de akte uit 1414 genoemde goederen overdragen aan de priester Jan Morinc ten behoeve van het onderhoud van de rector van het altaar van het Heilige Kruis in de kapel te Velddriel, onder beding dat Lijsbetten, weduwe van Jans Marcelus soins, gedurende haar leven uit de jaarlijks te ontvangen cijns een lijftocht van 2 Arnhemse guldens zal krijgen.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 21-9-2018.
Wij Jan Aert Eghensz. soin ende Brant Heijnricx soin scepen in Drijel tugen dat voir ons comen siin Alijt die wijf was Jacops van Veltdrijel Jan Ravensz. mit hoiren gecoren mommer Jan Tengnagel, Sander ende Dirc des voirs. Jacops van Veltdrijels kinder ende Engbert die Kock als mommer ende witaftige man siins wijfs Marijen, des voirsz Jacops dochter ende hebben gegeven ende opgedragen puerlic ende simplic omme gods wille ende omme zalicheit wille der zijelen des voirs. Jacops van Veltdrijel die brieve dair desen tegenwordigen brief doirstoken is ende alle tgehaut der brieve als dair in gescreven steet, alsoe ver als als zij elck dair toe gerecht siin ende beheltlic oic Lijsbetten die wijf was Jans Marceliis soins hoirre lijftuchten aen twe Arnemsguldens syairs hoir leven lanck ende niet langer te bueren vanden tijnns die inden principalen brief gescreven steet dair desen brief doirsteken is heren Jan Morinc priester als rectoer inder tijt eens altairs dat overmits Jacop van Veltdriel voirsz. gesticht is inden kercken van Drijel tot die eere gods ende des heijlichs cruijs tot behoef des ewichs rectoers des altoes {1} voers. die altoes inder tijt sal siin erflic te besitten Ende Alit mit hoiren gecoren mommer Jan Tengnagel, Sander, Dirc ende Engbert die Kock voirs. vertegen op die brieve ende op tghehaut der brieve voirs. Sij geloefden dair op doen te vertien alle die ghene die van hoirre weghen dairop mit recht vertien sullen Sij geloefden oic te waren van hoirre weghen heren Jan Morinc voirs. tot behoef des ewichs rectoers in der tijt des altairs voirs. die brieve ende tgehaut der brieve voirs. jair ende dach als recht is tegen alle die ghene die then recht comen willen ende van hoirre weghen alle voirplicht af te doen vanden selven Voirt geloefde Alijt die wijf was Jacops van Veltdrijel voirs. den voirs. heren Jan tot behoef des ewich rectoers inder tijt des altairs voirs. als dat sij Andrijes des voirs. Jacops soin ende Agnesen des voirs. Jacop dochter mit hoiren gecoren mommer sal doen vertien als sij comen siin tot hoiren mondigen dagen of bynnen enen vierdel iairs dair nae op die brieve ende op tgehaut der brieven voirs. tot behoef des ewichs rectoers inder tijt des altairs voirs. ende dat sij dan oic geloiven sullen van hoirre weghen alle voirplicht af te doen vanden selven beheltlic in allen punten voirs. der voirs. Lijsbetten hoirre lijftuchten aen den twe gulden syayrs voirs. hoir leven lanck te bueren van den ciins voirs. geliic dair af voirs. steet. Die superscriptie 'voers. die altoes' approberen ende loven wij. In orconde onser letteren gegeven int jair ons heren M CCCC ende XLIIII opten yllefsten dach in der maent geheiten februari
1. Dit is een verschrijving. Hier staan de 3 woorden boven geschreven die aan het eind van het stuk worden 'geapprobeerd'. Er zal moeten staan "... des altairs voers. die altoes inder tijt ..."
Transfix.
Hangt aan: 04-11-1434
Bron: Archief van de parochie St. Martinus te Kerkdriel, 1414 - 2002, inv. 131-4
04-11-1434. Akte, gepasseerd voor schepenen van Driel, waarbij Lijsbet, weduwe van Jans Marcelis soins, de in de akte uit 1414 genoemde goederen verkoopt aan Jacop van Veltdryel Jan Ravens soin.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-9-2018.
Wij Ude van Tefelen ende Hylliin dye Ghyer Peters soin scepen in Drijel tugen dat voir ons comen is Lijsbet die wijf was Jans Mercelis soins mit hoiren gecoren mommer ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert gulden goet ende gheve die sij ghijede dat hoir betaelt siin die brieve dair desen tegenwordigen brief doirsteken is ende alle tgehaut der brieve als dair in gescreven steet Jacop van Veltdrijel Jan Ravens soin erflic te besitten Ende Lijsbet mit hoiren gecoren mommer voirs. verteech opten brieve ende op tghehaut der brieve voirs. ende geloefde dair op doen te vertijen alle die ghene die van hoire weghen dair op mit recht vertijen sullen Ende geloefde oic te waren van hoire weghen Jacop voirs. die brieve ende tgehaut der brieve voirs. jair ende dach als recht is tegen alle die ghene die ten recht comen willen Ende van hoirre weghen alle voirplicht af te doen van den selven In orconde onser litteren gegeven int jair ons heren M CCCC ende vijer ende dartich des donresdages nae alre zijelen dach
Transfix.
Hangt aan: 19-09-1430
Aanhangend: 11-02-1444
Bron: Archief van de parochie St. Martinus te Kerkdriel, 1414 - 2002, inv. 131-3
15-06-1432. Jacop van den Velde Dirck Scoercappenzoin en Gerit Jans Stercksz, schepenen in Driell oorkonden, dat Jacop en Aert, zonen van Jan Smeets Jacopszoin aan Jan Aert Nouden soin t.b.v. het gasthuis te Hoensaet 1 1/2 Lb thijns 's jaars op Paaschdag heeft beloofd uit timmering en poting te Driell in de Pepert aan de Weyde tusschen de erfgenamen van Goisswijn Jan Sterckensoin en die van Aert Gielissoin.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-9-2018.
Wij Jacop vanden Velde Dirck Scoercappen zoin ende Gerit Jans Sterckss.
scepen in Driell tugen dat voir ons comen zijn Jacop ende Aert zonen
Jan Smeets Jacopszoin ende hebben gelooft Jan Aert Noudensoin tot
behoeff des gasthuyss gelegen binnen inden gericht van Driell tot
Hoensaet off tot behoeff der gasthuys meesteren die altoes indertijt sijn
zullen gasthuysmeesters des gasthuys voirss. thijns anderhalff
pont gever penninge wolckoer{?} elck pont voirss. weert zijn sall negen
goede oude butdreger off ander goet payment in gelijker werde daer
voir opten paeschdach naestcomende. Ende dair nae voir alle jare
anderhalff pont gever penninge als voirschreven zijn erffelicx thijns off
payment dair voir als voirschreven. jaerlicx opte paeschdach den hasthuys
voirschreven off den gasthuys meijsteren indertijt voerschreven euwelicken the
betalen. Ende the heffen ende the bueren uyt eenen geseet mit allen
zijner tymmeringe ende potinge gelegen inden gericht van Driell voirschreven
in die Pepert aen die weijde tusschen erffgenamen Goisswijn Jan
Sterckensoin aen d'een sijde ende erffgenamen Aert Gielis soins aen d'ander
sijde. Welcken thijns voirschreven off hij alle jair opten termijn der beta-
linge voirscreven nyet betaelt en were, soe soude daer op dan wassen
ende gaen alle weken naestvolgende een peen van eene halven Vlaem-
sche groten welcke peen tzamen mytter thijns voirschreven dat gasthuys
voirschreven off die gasthuys meisteren indertijt voirscreven uyt alle den voirscreven
guede zullen mogen verhalen wanneer dat zij's nyet langer en zullen
willen beijden. Ende Jacop ende Aert zoinen Jan Smeets voirscreven ge-
loeffden den voirscreven thijns Aert Nouden zoin tot behoeff des gasthuys
voirscreven ofte tot behoeff der gasthuys meisteren indertijt voirscreven den
thijns myt zijnen peene voirscreven euwelicke the waren tegen alle die gene
die then rechte comen willen uyt alle den goede voirscreven als geseet tymme-
ringe ende potinge voirscreven. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Here
M CCCC thwee ende dartich opten bloken pinxtdach.

marge: Item I 1/2 pont gever penningen
Bron: Gasthuisfonds te (Hoenza-) Driel, inv. 9 (f. 1) - Regest nr. 7
19-09-1430. Akte, gepasseerd voor schepen van Driel, waarbij Melis Marcelus soin, Banke Marcelus soin en Alyt Marcelus dochter de in akte uit 1414 genoemde goederen verkopen aan Lysbetten, weduwe van Jans Marcelus soins.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-9-2018.
Wij Jacob van den Velde Dirc Scorcappen soin ende Heijmeric Peters Ghyeren soin scepen in Drijel tugen dat voir ons comen siin Melis Mercelis soin Bauken Mercelis soin ende Alijt Mercelis dochter mit hoiren gecoren mommer ende hebben vercoft ende opgedragen voir twentich pont ghever penninge die sij ghieden dat hen betaelt siin den brief dair desen tegenwordigen brief doirsteken is ende alle tgehaut des briefs als dair in gescreven steet alsoe ver als sij elck dair toe gerecht siin Lijsbetten die wijf was Jans Mercelis soins erflijcken te besitten Ende Melis, Bauken ende Alit mit hoiren gecoren mommer voirs. vertegen opten brief ende op alle tgehaut des briefs voirs. Sij geloefden dair op doin te vertijen alle die ghene die van hoire weghen dair op mit recht vertijen sullen Sij geloefden oic te waren van hoire weghen Lijsbetten voirs. den brief ende tgehaut des briefs voirs. jair ende dach als recht is teghen alle die ghene die ten recht comen willen Ende van hoirre weghen alle voirplicht af te doen vanden selven. In orconde onser litteren gegeven Int jair ons heren M CCCC ende dartich op sente Lamberts dach
Transfix.
Hangt aan: 20-05-1414
Aanhangend: 04-11-1434
Bron: Archief van de parochie St. Martinus te Kerkdriel, 1414 - 2002, inv. 131-2
20-05-1414. Vier getransfigeerde akten met betrekking tot een erfelijke cijns door Jacobus van Velddriel verbonden aan het altaar van het Heilige Kruis in de kapel te Velddriel, 1414, 1430, 1435, 1444.
Akte, gepaseerd voor schepenen van Driel, waarbij Rutgher Hainrix zoen twee stukken land in het gerecht van Driel op de Quelschesteghe, groot respectievelijk een morgen en dertien hond, verkoopt aan Jan Marcelus zoen en die stukken vervolgens weer in gebruik krijgt tegen een erfcijns.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 20-9-2018.
Wij Sander Eghens zoen ende Deric Jan Sterken zoen scepen in Drijel tughen dat quam voer ons Rutgher Heimrix zoen vercoft ende droech op om vijftich gulden ghever penninghen alshij lide dat hem betaelt siin enen merghen lands die gheleghen is inde ghericht van Driel optie Quelschesteghe {1} tusschen die heren van Sente Pouwels van Utrecht aen deen zide ende Engbert Cloet {2} of wie dair mit recht dair lantgheleghen is aen dander zide. Voert dertien hont lands gheleghen aldaer tusschen die heren van Sente Pouwels van Utreccht voirs. aen deen zide ende erfghenamen Jan .....? Heimrix zoen aen dander zide Jan Marceliis zoen in enen eijghendom sonder ciins ende sonder dijck erflijc te bezitten Ende Rutgher voirs. verteghe op dit voirs. lant gheloeft de eerst wairscap te doen Jan Marceliis zoen voirs. vanden selven lande voirs. jair ende dach als recht is ende teghen hem allen die then recht comen willen ende af te doen alle voerplicht vanden selven Hier af soe siin Eghen zoen Rutghers voirs. ende Arnt Heimrix zoen sijn broeder Rutghers voirs. wairborghen onghesceijden Doe dit gesciet was doe gaf weder Jan voerscr. Rutghers voirs. dit voers. lant in enen erfenis te bezitten voer enen gouden enghelschen nobel moneten des coninx van Enghelant goet van goude ende zwaer van ghewicht of paijment dair voir in gheliker werde erfciins jairlijx eweliken opten paeschdach naest comende Jan voirs. hem eweliken te betalen welc ciins voirs. of hii jaerlijx inden voirs. termiin der betalinghen niet betaelt? ende were so salder dan alle weken dair naest volghende enen pene van enen botdregher goet ende gheve opten voirs. ciins wassen welken pene te samen mitten voirs. ciins Jan voirs. verhaelen mach uten voirs. lande wannere dat hiis niet langher en sal willen beijden. In orkonde onser litteren ghegheven int jaer ons heren M vierhondert ende veertien des sonnendaghes nae ons heren hemelvaerts dach
1. of: Puelschesteghe
2. of: Cloec
N.B. De eerste waarborg komt voor op de schatting van ca. 1419 als: Eghen Rutger Heijnen z.
Transfix.
Aanhangend: 19-09-1430
Bron: Archief van de parochie St. Martinus te Kerkdriel, 1414 - 2002, inv. 131-1
09-01-1583. Egen Dirck Egen Dircks zoon en Henrick Ghysberts zoon, schout te Herwenen, schepenen van Dryell, oorkonden, dat Maricken en Annicken, dochters van wijlen Egen Egenss., aan Johan ... anderhalf schaar weiland onder Dryell, genaamd "vrije sekere ijsere schaeren", buitendijks, op de achterste waard, verkocht hebben, 1583 januari 9. Zie 10 Mrt. 1525 (=101). 1 charter
N.B. Oorspronkelijk. Met het licht geschonden zegel van de tweede oorkonder. Dat van de eerste ontbreekt.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-9-2018.
Wij Egen Dirck Egen Dircksz ende Hanrick Ghijsbertsz scholt tot Horwenen schepenen in Drijell
tuijgen dat voir ons commen sijn Mariken ende Annicken beijde Egen Egensz nagelaten dochteren
ellick mit sijnen gekoeren momber ende hebben vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever
pennongen die zij ghijeden dat oir betaelt sijn anderhalf scharen weijden genampt vrije sekere
ijsere schaeren gelegen inden gerichte van Drijell buijten dijcks opten achtersten weyrt mit
allet recht ende privilegie zelliger joffrauw Cocks dije in oiren leven bezeeten ende dijenende
sonder ennigen affbrueck te noch toe bezeeten ende geweijt heeft Johan Alartsz dijck ende
thijns vrij in eenen eijgendom erffelijcken to hebben ende to besitten Ende dye vercoperssen
mit oiren gekoeren mombare verthegen tot behoif des copers ... etc ...
...
ende allen voircommer ende voirplicht aff to doen vanden selleven ende dat vuijt drije stucken lantz
ongeveyrlijck vier mergen lantz groot sijnde .... .... inden
gerichte van Drijell vursz. buijten dijcks op den Nijewen Camp, Dirck Arntsz mit een
leen stuck noirdwaert, dije Haer westwaert den runnende Maez stroem oistwaert off zoo
wye dair mit recht naist ende allomme gelegen mach sijn ende voirt alle oire guederen ten
lantrecht Ende het is to weeten dat Wauter Egensz sestalff hondt lantz inde vursz. vier mergen
lantz is besittende Allet mit conditien ... etc ...
...
... Inne oircunde onser letteren gegheeven inden jaere ons heren duijsent vijffhondert
drije ende tachtentich op den negenden dach januarij
Deze akte staat ingeschreven in ORA Driel inv. 968 folio 1v, maar daar is de bovenkant vergaan en onleesbaar.
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 196
31-01-1568. Akte waarbij het Regulierenconvent te Bommel aan Dirrick Egen Derrickss de helft van 12 morgen genaamd de Christmeercamp te Driel in de Vliert verkoopt, 1568. Getransfigeerd. Met akten van consent van Kanselier en Raden van Gelderland (dorsaal) en van de prior van Windesheim, 1568 januari 31. 2 charters, getransfigeerd
N.B. Aanwinst 1970, overgedragen door RA Noord-Brabant. Zie verslag. Zie ook 1554 nov. 20.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 18-9-2018.
Wij Egen Egensz ende Adam vander Elst scepen in Driell tuijgen dat voir ons
comen sijn heren Wijlhem van Boxtell prior then Regulieren binnen Boemell ind
heer Johan Aelbertsz supprior des selffer conventz ind hebben mit voerraet ind consent
des Gantzen Capittels ind Conventz voirsz capittualiter voir ons vergadert ind sich betuijcht
gheven ind mit octroije wyll ind consent Co. Ma.t id selff ons volsegelt dair aff ver-
toont gesien ende horen lesen hebben Oick mit scriftelicke placet in Latijn ghes. onder
den prior van Wijnsem als prior superior hant ghes. alssmen ons seechde dat wij oick
gesien ende horen lesen hebben, vercoft ende opgedragen voir vijfhondert pont gever pennongen
diese gieden dat hem betaelt sijn de helft van twelf mergen lantz inden gericht van Driell
inde Vliert gelegen genaempt Christinen camp te weeten de sijde naest den Vliersswech gelijck
zoe die pater? tot Driell die gebruijct die gebruijct {sic} heeft Boven lant gelegen Sante
Catharinen altair to Driell Beneden Aernt Jansz van Hencxthum Then noirden die
natuerlicke kinderen des heren Bodewijen? ende mitten eenen einde streckende opten
Vliersswech off zoe wie mit recht naestlantg. sijn Dirrick Egen Dirricksz dijck
vrij ind sonder thijns erffelicken to besitten Inde die prior supprior mit wyll des Gantzen
Convent voirsz. hebben op tlant voirsz. vertegen Ind geloeffden te doin verthien allen die mit
recht dair op verthien sullen Inde tot onsen lantrecht tlant voirsz. to waren als recht is
tegens allen then rechten comen wyllen Ind allen voircommer inde voirplicht aff te doin vanden
selven Ind die prior ins suppprior van weegen des Gantzen Conventz voirsz. gelooffden
mede hier van octroije ind placet te versorgen van Co. Ma.t ind den prior van Win-
desem als prior superior des Conventz voirsz. alzoe dat Dirrick Egensz voirsz. deses aff-
coepz to vollen versorcht ind bewaert sijn sullen Inne orconde onsen letteren gegeven inne
den iaere ons heren duijsent vijffhondert achtendesestich opten lesten dach tsmaents januarij
Co. Ma.t = Koninklijke Majesteit
De verwijzing naar 20 nov. 1554 betreft de Bank van Zaltbommel; die akte staat niet hier en lijkt geen relatie hebben met deze akte.
N.B. zie ook:
Archieven van de stad Zaltbommel (RAR toegang 3020), inv. 582.
Nederlandsch Archief voor kerkelijke geschiedenis, deel V (1845), blz. 243 e.v..
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 171
10-03-1525. Peter die Ghyer en Egen Dirck Gisbertssen, schepenen van Driell, oorkonden, dat Aert die Cock, Ariaen Duals zoon, aan Johan van Kessell 1.3 van de achterste Coerenwert van Driell, buitendijks, verkocht heeft, bewaard met een recht van het altaar van het heilige kruis, 1525 maart 10. 1 charter
N.B. Oorspronkelijk. Met de geschonden zegels van de beide oorkonder.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-9-2018.
Wij Peter die Ghijer ende Egen Dirck Gisbertsz scepen in Driell tugen dat voir ons comen is Aert
die Cock Ariaen Duls soen ende heeft vercoft ende opgedraegen voer vijff hondert pont gever penningen
goet ende geve die hij ghijede dat hem betaelt sijn dat een dordendeel vanden afftersten Coerenwert
met alle sijnder poetynge ende toebehoeren ende met allen sinen gewyn ende verlies ende is gelegen inden gericht
van Driell bueten diexs beheltelick den heiligen cruis altaer sijn gerechtichheit tussen den Niencamp?
der kercken vinckel? den vorsten Coerenwert daer rundomme gelegen off tussen allen den genen die met
recht rondtomme gelegen sijn Johan van Kessel in enen eijgendom sonder dieck ende sonder thijns ....
... etc ...
... In orconde onssen letteren gegeven int
jaer ons heren dusent vijffhondert vijff ende tweijntich den tienden dach martij
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 101
27-04-1527. Arendt de Ghyer en Jan die Sterck van Teffelen, schepenen van Dryell, oorkonden, dat Gerefaes de Ghyer aan Johan van Kessell zeven scharen weiland buitendijks op den achtersten Corenwert onder Dryell verkocht heeft, 1527 april 27. 1 charter
N.B. Oorspronkelijk. Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder. Dat van de tweede oorkonder ontbreekt.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-9-2018.
Wij Aerndt de Ghijer ende Jan die Sterck van Teffelen scepen in Drijell tugen dat voer onss comen
is Gerefaes de Ghijer ende heeft vercoft ende opgedragen voer drije hondert gulden Brabamts ende veertich gulden
Brabants tweyntich stuver Brabants soe die op data deess tegenwoerdigen brijeffs inder stat van sHartogen-
bossche genge ende geve sijn off ander goet paijment daer voer in geliker waerden die hij ghijede dat hem
betaelt sijn soeven schaeren weijden gelegen inden gericht van Drijell buten dijxs opten afftersten Corenwert
tussen allen den genen die all omme met recht naestlantgelegen sijn, met heindingen poetingen ende
toebehoeren voert met gewyn ende verlies Johan van Kessell in enen eijgendom sonder dieck ende
sonder thijns erffelick the besitten Ene Gerefaes de Ghijer voerscr. verteech op dese soeven schaeren
.... etc ...
... In orconde onsen litteren gegeven int jaer onss heren dusent vijffhondert soeven ende tweijntich
den soeven ende tweijntichsten dach der maent van april
Met het zegel van Aerndt de Ghijer.
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 103
01-10-1553. Jacop die Cock en Dirck Jan Lambertsz schepenen in Driel oorkonden dat Lambert Bakensz voor 100 pond de doorstoken rentebrief d.d. 22 sept. 1551 heeft verkocht aan Claes Corstensz.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-9-2018.
Wij Jacop die Cock ende Dirck Jan Lambertsz scepen in Driell tugen dat voer ons comen is Lambert
Bakensz ende heefft vercofft ende opgedragen voer hondert pont gever penningen die hij
ghieden dat hem betaelt sijn den brieff daer deesen tegenwoerdigen brieff doersteken is ende
allet ingehalt des brieffs als daer inne gescreven steet Claes Korstensz erffelicken the hebben
ende the besitten Ende Lambert voerscr. verteech opten brieff ende op allet ingehalt
des brieffs voerscr. hij gelooffde daer oick mede op the doen vertijen alle die ghene die met
recht daer op vertijen sullen ende alle voorcommer ende voerplicht aff te doen vanden selven
Inne oirconde onsser litteren Gegeven inden jaere ons heeren duijsent vijffhon-
dert ende drie ende vijfftich opten yersten dach der maent octobris
Hierbij de getransfigeerde transportbrief d.d. 21 mei 1622, waarin Johan Hanricksz en Hanrick van Bommell schepenen in Driel oorkonden, dat Catalyna de Bye wed. van Mr. Johan Dircksz de rentebrieven voor 10 pond heeft overgedaan aan Lysbet Willems.
Geschenk van Völcker van Soelen (aanwinst 1921 XXIII.6). De zegels af.
Regest: uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56.
Transfix.
Hangt aan: 22-09-1551
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 1101-2
22-09-1551. Claes Korstensz en Jan Jan Sarss schepenen in Driel oorkonden dat Cornelis Jan Sarss drie Kar. guldens thijns heeft geloofd op sunte Lambertsdach aan Lambert Bakensz uit huis en hofstad te Driel tot Uutwijck tussen N. Jan van Malsen en Z. Dirck Claesz, met een boetebeding van 1,5 stuivers per week achterstand.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-9-2018.
Wij Claes Korstens ende Jan Jansz Sarss scepen in Driell tugen dat voer ons comen is Cornelis Jan Sarss
ende heefft geloofft Lambert Bakensz thijns drie keijsers carolus gulden tweyntich stuver Brabb.
nae der valuatie van Brabant voerden gulden voersz. op sunte Lamberts dach toecomende ende soo
voert jaerlicx opten voersz termijn dach euwelicken the betalen den voersz. Lambert Bakensz the
heffen ende the bueren uuth huijss ende hoffstat gelegen inden gericht van Driell tot Uutwijck
noortwaert Jan van Malsen ende suytwaert Dirck Claesz .... etc ...
.... Inne
oirconde onser litteren Gegeven inden jare ons heren duijsent vijffhondert
ende eenen vijfftich op sunte Mauritius dach
Geschenk van Völcker van Soelen (aanwinst 1921 XXIII.6). De zegels af.
Regest: uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56.
Transfix.
Aanhangend: 01-10-1553
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 1101-1
13-03-1555. Akte waarbij schepenen van Driel getuigen dat Adam en Goert van der Elst de nalatenschap van hun ouders in gebruik genomen hebben, 1555. 1 charter
N.B. Aanwinst 1960.17.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 17-9-2018.
Wij Dirck Jan Lambertsz ende Aert Aertsz scepen in Driell tugen dat wij daer bij aen den over
geweest zijn daer mester Adam ende Goert vander Elst gebruederen als erffgenamen hoer selige
vaders ende moeders hem int gebruijck gegeven ende aengevangen hebben hoer gerechtich-
heijt van eenen gehelen uuterwerdt gelegen inden gericht van Driell opten Roden
Noch aengefangen ende hem int gebruijck gegeven in sess mergen lants gelegen inden
voersz. gericht van Driell int Leech Broeck oick hoer gerechticheijt, Noch drie mergen
lants soe groot ende cleijn die gelegen sijn inden gericht van Driell aengevangen ende hem
int gebruijck gegeven geheel allet nae vermelden ende luijt hoerder scepen brieven
daer van wesende Inne oirconde onsser litteren gegeven inden jaere ons heren dusent
vijffhondert ende vijff ende vijfftich den darthienden dach der maent martij
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 1373
23-03-1530. Aert Janszoon van Henxtum en Egen Dirck Ariss., schepenen van Driell, oorkonden dat Aert die Haes aan Jan die Sterck van Teffelen ten behoeve van Johan van Kessel twee scharen weiland onder Driell op de achterste Corenwert verkocht heeft, 1530 maart 23 (des Woensdages post Oculi). Zie 1525, 10 maart = 101. 1 charter
N.B. Oorspronkelijk. Met de zegels van de beide oorkonders.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 16-9-2018.
Wij Aert Janssoen van Henxstum ende Egen Dirck Arissen scepen in Driell tugen dat voer
onss coemen is Aert die Haes ende heeft vercoft ende opgedragen voer twe hondert pont
gever penningen goet ende geve die hij ghijede dat hem betaelt sijn twe schaeren weijden
met gewyn ende verlies poetinge heindinge ende toebehoeren gelegen inden gericht van
Driell bueten diexs opten afftersten Corenwert tussen allen den genen die allomme
met recht naestlantgelegen sijn Jan die Sterck van Teffelen tot behoeff Johans
van Kessel in enen eijgendom sonder dieck ende sonder thijns erffelicken Ende Aert die
Haes voersz. verteech op dese vercoffte weijde met hoeren toebehoeren .... etc ...
....
... In orconde onsen letteren gegeven int jaer onss heren dusent
vijffhondert ende dartich dess woensdaeges post Oculi
Met beide zegels.
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 107
07-03-1529. Peter van Oever en Wilhem Loye, genaamd van Driell, Lambertss., schepenen van Driell, oorkonden, dat Jan die Sterck van Teffelen aan Thys Korstenss. ten behoeve van Johan van Kessell 4 kalverscharen onder Driell op den achtersten Coerenwert heeft verkocht, 1529 maart 7. 1 charter
N.B. Oorspronkelijk. Met de zwaar geschonden zegels van de beide oorkonder.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 16-9-2018.
Wij Peter van Oever ende Willem Loije genaemt van Driell Lambertsz scepen in Driell tugen
dat voer ons coemen is Jan die Sterck van Teffelen ende heeft vercoft ende opgedragen voer vijff-
tich pont gever penningen goet ende geve die hij ghijede dat hem betaelt sijn vier kalver schaeren
gelegen inden gericht van Driell bueten diexs opten afftersten Coerenwert met gewyn ende verlies
poetinge heijndinge ende toebehoeren welck vier calver schaeren gelegen sijn tussen allen den genen
die alomme met recht naestlantgelegen sijn Thijs Korstensz tot behoeff Johans van Kessel
in enen eijgendom sonder dieck ende sonder thijns erffelick the besitten ... etc ...
...
... In orconde onsen letteren gegeven int jaer onss heren
dusent vijffhondert negen ende tweijntich den soevenden dach inden merte
Bron: Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. 106
22-01-1450. Akte waarbij Jan van Rossem heer Jansz., heer tot Zoelen, de veerstad tussen veer en de veerstad van Vauderick boven en beneden het veer en de veerstad van Opijnen en die van Heerewaarden en Oensel aan Walraven van Haeften verkoopt, 1450. 1 omslag
N.B. Gecoll. afschrift uit dezelfde tijd, en een modern afschrift, benevens een certificatie van Peter Jansz. en zijn zoon Gijsbert en anderen over het gebruik van het veer te Heesselt, 1517.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 15-9-2018.
Wij Egen Eghens soen ende Brant Hanricks soen scepen in Drijel tugen dat voer ons comen is Jan van Rossem heren Jans zoen here tot Zoelen heeft vercoft ende opgedragen voer drije hondert gouden aude scilde munten des conincks van Vrancrijcks goet ende geve dije hij ghijede dat hem betaelt sijn, Dat voerstat ende voer ende alle alsulcke recht als daer toe hoert ende van audt toe gehoert mach hebben dat gheleden is tusschen dat voer en voerstat van Vauderick boven Ende beneden dat voer ende voerstat tot Opijnen, soe dat tusschen den ghericht van Vauderick ende van Opijnen aen een sijde, Ende den gericht van Herwaerden ende den ghericht van Oensel aen dander sijde aldaer gelegen is Ende gheen ander recht en sal wesen daer over te waren in voerstats rechts off anders dat desen veir off veerstat dat Walraven voerss. aldus gecoft ende betaelt heeft {1}. Dat den voer tegen ganghen mach Dat geheijten is dat Rossemste ende Hecelste veerstat met sulker aen waert allet ghericht van Rossem doer tot verten? orber? inder tijt sonder argelist, Walraven van Haeften voerss in enen eijgendom sonder dijck ende sonder thijns erffliken te besitten Ende Jan van Rossem heren Jans zoen voerss. gheloefde Walraven van Haeften voerss Dit veer ende veerstat voerss. the waren van sijnre wegen jair ende dach als recht is tegen alle dije gene die then recht comen willen Ende van sijnre wegen alle woerplicht aff te doen vanden selven Woert soe heeft Jan van Rossem Goeswijns soen weertegen op dyt voer ende veerstat als voerss. is Ende gheloefde dat Walraven van Haeften voerss. eerffliken ende eweliken the waren in alle all sulcken rechten ende ghewoenten ende auden heercomen ghelijck als hij ende sijn vader ende sijn auder vaderen dat heerghebracht hebben ende alle voercommer aff te doen als recht is Inder enyngen van Drijel ende inden ghericht van Rossem met wolre waerscappen In orkonden onsen heren gegeven int iaer ons heren M CCCC ende wijftich des donredaeghs nae sinte Agnetis dach der heiliger joncfrouwen

Collationatum est presente copia cum suis origi-
nalibus litteris et concordat de verbo ad verbum
quod protestatur Jo. Leonis notarius
1. Er is waarschijnlijk een stuk tekst verdwenen want Walraven is nog niet eerder genoemd.
NB. Zoals uit het Latijnse naschrift blijkt is de tekst een notariele kopie bij het origineel. Het origineel ontbreekt echter. De indruk bestaat dat bij het kopiëren fouten zijn gemaakt, zowel in sommige woorden als dat er waarschijnlijk een deel van de tekst ontbreekt. Het regest zegt "uit dezelfde tijd" maar ook dat valt te betwijfelen.
Bij dit archiefstuk bevindt zich een latere transcriptie, waarin ook fouten zijn gemaakt.
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 825
30-05-1540. Akte waarbij Gherit Peetersz. aan jonker Johan van Rossem, heer tot Bruyckhuysen, een executiebrief op de goederen van Herbert de Cock q.q. en van Frans en Hubert van Culenborch, onder Driel in het kerspel Hurwenen gelegen, overgeeft, 1540 2 charters. N.B. Met de executiebrief, 1540.
Herman die Bie, Willem Loei Lambertsz, meyster Jan die Sterck, Jacop van Lith en Dirck Jan Lambertsz schepenen in Driel oorkonden dat Gherit Peetersz is gericht in de goederen van Herbert die Cock voor diens overleden vrouw en als erfgenaam zijnder overleden dochter, en van Frans en Hubert van Culenborch na te zijn verkocht door jonker Johan van Rossum heer tho Bruyckhuysen.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 15-9-2018.
Wij Herman die Bie ende Willem Loei Lambertsz meyster Jan die Sterck Jacop van Lith Dirck Jan Lambertsz schepenen
inne Driell tuygen dat wij daer over geweest hebben daer Gherit Peetersz nae ingehaut zijnre schepenen
gerichtsbrieve ende coop-brieve van Driell ruerende van goederen Herberts die Cocks mombaer zijnre huijsfrauwen
zeliger ende erffg. zijnre dochter zeliger, Ffrans van Culenborch ende Hubert van Culenborch, ingeset
is overmits den gesworen richter ons heeren van Gelre in Bommelreweerdt nae onse vonnisse tot
allen recht in alle die guederen Herberts, Ffrans ende Huberts vurscr. dat inder enonge van Driell
ende inder kerspelen van Horwenen gelegen is daer wij schepenen overstaen tuijghen ende
wijsers over zijn welcke guederen vurscr. joncker Johan van Rossum heer tho Bruyckhuysen Gherit Petersz
vurscr. vercoft ende opgedragen heeft gelijck als die schepene brieven dat volcomenlicker begrepen
ende inhouden die wij daer op gemaect gesien hebben Ende die richter vurscr. verboet voerts een
yegelicken den aenvanck vanden guederen vurscr. op sijn lijff ende op sijn goet dat nyemants
zijn handen daer aen en sluege? noch hem des en onderwonde hij en dede dat van wegen Gherit
Petersz vurscr. off hij en dede dat myt enen beteren rechte, beheltelicken oick enen gelicken sijns goets
recht. Die superscriptie van Rossum loven wij goet Inne oirconde onsser litteren Gegeven inden jare ons
heren duijsent vijffhondert ende veertich den dartichsten dach des maents maij
Met de zegels der oorkonders 1, 3, 4 en 5. (1. als De Bye, met 3 bijen en helmteken drie naar elkaar her. re. buigende ...?; 3. manskop; 4. in twee rijen geschakeerde linkerschuinbalk; 5. Chatillon met een vos, Rs. DIRCK IAN LAMBERT SOIN).
Het tweede regest is uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56.
Transfix.
Aanhangend: 01-06-1540
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 1128
01-06-1540. Akte waarbij Gherit Peetersz. aan jonker Johan van Rossem, heer tot Bruyckhuysen, een executiebrief op de goederen van Herbert de Cock q.q. en van Frans en Hubert van Culenborch, onder Driel in het kerspel Hurwenen gelegen, overgeeft, 1540 2 charters
N.B. Met de executiebrief, 1540. Getransfigeerd.
Herman die Bie en meyster Jan die Sterck schepenen in Driel oorkonden dat Gherit Petersz voor 10 pond de doorstoken verwinbrief d.d. 30 maart 1540 heeft verkocht aan Johan van Rossum heer tho Bruyckhuysen.
Ingevoerd of laatste wijziging op: 15-9-2018.
Wij Herman die Bie ende meyster Jan die Sterck schepenen inne Driell tuijgen dat voer
ons comen is Gherit Peetersz ende heeft vercoft ende opgedragen voer thien pont
ghever penningen die hij gieden dat hem betaelt sijn den brieff daer desen te-
genwoerdigen brieff doergesteken is ende alle tgehauts des brieffs als daer in
gescreven steet joncker Johan van Rossum heer van tho Bruyckhuysen erffelicken
the besitten Ende Gherit Peetersz vurscr. tot behoeff joncker Johans vurscr.
hij geloeffden van zijnre weghen oick alle voerplicht aff te doen vanden
selven Inne oirconde onssen litteren gegeven inden iare ons heeren duijsent
vijffhondert ende veertich den iersten dach in junio
Met de zegels der oorkonders.
Tweede regest is uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56.
Transfix.
Hangt aan: 30-05-1540
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 1128
06-04-1558. Akte waarbij de familie De Gier aan Johan van Rossem, bastaard, ten behoeve van Jan van Rossem, zoon van wijlen Johan, den zoon van Johan, heer tot Broeckhuysen, 10 hont land te Rossum op de Twee Mergen aldaar, overdraagt. 1 charter.
Dirck Egenssz en mester Cornelis de Gier schepenen in Driel oorkonden dat Wouter Jansz als man van Arijken Peter sGieren en mr. Cornelis vnd. als momber der kinderen van Robbert de Gier, te weten uit diens eerste huwelijk Stynken, voor wie Jacob die Cock mede consenteert als alde vader en Lyn, Metken en Alith Robben uit het tweede huwelijk, voor wie Lys Hacken als alde moeder voor 200 pond 10 hont land hebben verkocht te Rossem op de Twee Mergen aldaar op Ghoon weyde tussen O. Henrick Jacopsz Schocbant, Z. joffer Oeyde en N. Jonge Johan van Rossums soen aan Johan van Rossum bastaard t.b.v. wijlen Jongen Johan van Rossum zoon te Broickhuysen soen ook genoemd Jan van Rossum
Ingevoerd of laatste wijziging op: 15-9-2018.
Wij Dirck Egensz ende mester Cornelis de Gier scepenen in Driell tugen dat voer ons comen sijn
Wouter Jansz als mombaer Arijken Peter sGieren sijner huijsfrauwen, ende ick mester Cornelis
voersz als mombaer Robbert de Giers kijnder te weten Stijnken Robberts voerdochter daer
consenteerdt Jacob die Cock mede voer als alde vader, ende Lijn Metken ende Alith Robben
nae kijnderen daer consenteerden mede voer Lijs Hacken als alde moeder, ende hebben vercoft
ende opgedragen voer twe hondert pondt gever penningen die zij gieden dat hem betaelt
zijn thien hont lants ....
.....
Met de zegels der oorkonders (1. drie balken, waarvan de bovenste beurtelings gekanteeld; 2. drie gieren 2-1)
Tweede regest: uit de aantekeningen van Mr. Rueb, nr. 56.
Het wapen van Dirck Egensz wordt (foutief gedateerd) beschreven in: Wapenalbum Bommelerwaard, P.v.d.Zalm: 2007, Nr. egon/ 864 (website Regionaal Archief Rivierenland, url: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/archieven?mivast=102&mizig=210&miadt=102&micode=3508&milang=nl&mizk_alle=schepen%20driel&mibj=1100&miej=1600&miview=inv2)
Bron: Familie Van Randwijck 1, inv. 761